Onder de Mensen

door Dirk Vis

‘Ja hoor, ik heb wel een nieuwtje voor je deze week. Klaaske is terug uit Frankrijk. Voor een verjaardag van een vriendin. Ze is heel gelukkig, ik heb haar nooit zo gelukkig gezien!’
‘Wat leuk zeg. Vertel, wat is er met haar gebeurd?’
‘Wilde ze me eerst niet vertellen. Typisch Klaaske. Altijd eerst aan de anderen denken.’
‘Je bedoelt haar broers en zus.’
‘Ja, en haar moeder.’
‘Nou, brand maar los dan.’
‘Ze begon met Tom. Die zit dus in een klooster in Thailand, vind je dat niet enig? Ze zei dat het hem beter ging dan ooit.’
‘Kan ik me voorstellen zeg, lekker mediteren, ik zie het helemaal voor me. En dat na al dat zwerven. Gebruikt hij nog?’
‘Alleen thee, ha ha.’
‘Ha ha, ja op thee is het goed mediteren. En hoe is het dan met Mark?’
‘Lekker feestvieren op Ibiza. Hij voelt zich echt fantástisch!’
‘Geen depressies meer, lethargie, dat soort dingen?’
‘Helemaal over. Hij heeft het enorm naar zijn zin. Hij ziet weer mensen, kan niet beter.’
‘Dan zijn er toch nog twee? Haar jongste broer Bas en haar zus Roos?’
‘Bas gaat als een speer. Met zijn opleiding gestopt maar nou heeft-ie alleen maar meer tijd om zich voor te bereiden op audities. En Roos heeft weer contact met haar moeder, ja echt, ze zijn weer on speaking terms, ze praten weer, nou ja, over het meeste dan.’
‘En wat zei Klaaske over haar moeder? Nou wil ik ook alles over haar moeder horen zeg. Komt die beautyfarm daar in de Vaucluse nog van de grond? Gelooft ze nog in geesten?’
‘Dat had ik je gelijk willen zeggen. Een nieuwe vriend. Ze heeft een nieuwe vriend. Ze is vreselijk gelukkig. Hij is helemaal zoals zij. Veel gereisd, veel mensen gezien, veel meegemaakt; ze zijn echt voor elkaar gemaakt, die twee.’
‘Leuk zeg, kan niet beter, klinkt als de perfecte match. En nou moet je me eindelijk gaan vertellen hoe het met Klaaske is. Want daar zijn we natuurlijk het meest nieuwsgierig naar.’
‘Verliefd!’
‘Wat? Zij verliefd? Eindelijk verliefd? Geen wonder dat ze eerst over de anderen begon te vertellen. Jeetje, zeg, verliefd! Ik geloof mijn oren niet. Wie is de gelukkige?’
‘Een bouwvakker die voor haar moeder werkt.’
‘Een bouwvakker, dat klinkt stevig zeg, hartstikke goed. Hoe oud is-ie?’
‘Maakt niet uit. Hij heeft twee kinderen, en een ex die ’t allemaal niet zo ziet zitten, dat hij met zo’n jong ding is natuurlijk, ze is zelf al in de dertig. Maar weet je wat Klaaskes moeder tegen haar dochter zei: “Go for it.” En dat is wat ze nu doet. Ze gaat er helemaal voor.’
‘Ja, zo’n zeurende ex, dat maakt het allemaal spannender.’
‘Klaaske zei dat haar moeder heel gelukkig is. “Het gaat goed met mijn kinderen, met alle vijf, ik ben nog nooit zo gelukkig geweest.” Klaaske was reuze blij voor haar moeder, ze zat helemaal te stralen.’
‘Kan ik me voorstellen zeg!’