Laatste woorden Air-France piloten: wat moeten we doen?!

Maartje Wortel maakt in de serie 'Op basis van een waargebeurd verhaal' telkens een kort stuk fictie naar aanleiding van een krantenbericht. In haar verhalenbundel 'Dit is jouw huis' is een verhaal ('Het Kind') opgenomen dat op de waarheid is gebaseerd en juist over dat verhaal schreef een recensent dat het zo ongeloofwaardig is. De werkelijkheid haalt de fictie in, dat is niets nieuws.

Twee jaar na de vliegtuigcrash van een Air France-toestel op weg van Rio de Janeiro naar Parijs, zijn de geluidsopnames uit de cockpit vrijgegeven. Te horen zijn de laatste woorden van de co-piloten David Robert (37) en Pierre-Cedric Bonin (32) en gezagvoerder Marc Dubois (58) die in een heftig gesprek met elkaar zijn verwikkeld vlak voordat het vliegtuig in zee stort en 228 mensen het leven verliezen.

'Wat denk jij? Wat denk jij? Wat moeten we doen?!' zegt David Robert terwijl de Airbus 330 van links naar rechts zwenkt.

'Ik heb geen controle over het vliegtuig, helemaal geen controle,' zegt Pierre-Cedric Bonin.

'Dus hij komt eraan?' zegt Robert gefrustreerd en zelfs met vloeken, wanneer hij hoort dat gezagvoerder Marc Dubois er een minuut over doet om terug te keren naar de cabine. Dubois had rustpauze op het moment dat het vliegtuig in de problemen raakte.

'Hé, wat ben je aan het...' vraagt Dubois wanneer hij terug is in de cockpit. Waarop Robert antwoordt: 'Wat gebeurt er? Ik weet niet wat er aan de hand is, ik weet het niet.'

De snelheidsmeters van het vliegtuig werken op dat moment niet meer, waarschijnlijk omdat ze bevroren zijn.

'Ik heb een probleem. Ik heb geen idee wat onze snelheid is,' zegt Bonin. Waarop Dubois zegt: 'Ik weet het ook niet, maar op dit moment zijn we aan het dalen.'

Wanneer het vliegtuig verder neerstort en de Atlantische Oceaan nadert, begint de bemanning in korte, paniekerige vragen met elkaar te praten.

'Wat is de hoogte?'

'Hoe bedoel je, wat is de hoogte?'

'Ja, ja, ja, we zijn aan het dalen toch?'

Als het vliegtuig steeds dichter bij de zee komt is de on-board computer te horen: 'Pull up, pull up, pull up.'

Waarop gezagvoerder Dubois reageert met de woorden: 'Kom op: omhoog!'

Bonin: 'We trekken, trekken, trekken, trekken.'

De laatste, opmerkelijk rustige woorden van Dubois zijn: 'Ten degrees pitch,' waarmee hij de hoogte van het vliegtuig aangeeft.

Een halve seconde later stoppen de opnamen.


Zijn vingers waren krampachtig met elkaar verstrengeld, dikke rood aangelopen handen met witte knokkels, als een bangerd die bidt in een vliegtuig. Die handen hadden Michael aan zijn moeder doen denken. Ze was altijd bang geweest om neer te storten. Toen ze een reis naar L.A. maakte om Michael te bezoeken, was haar koffer op de terugweg kwijtgeraakt op LAX. De vliegtuigmaatschappij bood hiervoor via de telefoon haar excuses aan en zou de bagage later toesturen. De bagage werd met een andere maatschappij de verkeerde kant op gestuurd, eerst naar Rio de Janeiro en daarna naar Frankrijk in plaats van terug naar Mexico. Het vliegtuig is neergestort boven de Atlantische Oceaan. Nu lagen de jurken van de moeder van Michael Poloni ergens diep op de bodem van de zee; ze hebben een reis gemaakt die ze nooit hadden hoeven te maken. Iedere keer wanneer hij bij de dokter zat moest hij daaraan denken. Hoe je dingen kwijt kan raken terwijl je er zelf nog bent. Aan hoe zijn moedertje had gehuild zoals de hysterische vrouwen op de televisie omdat ze deel uitmaakte van het ongeluk, omdat ze haar jurken kwijt was. Aan het programma Air Crash Investigation, waarin vliegtuigrampen indrukwekkend werden nagebootst maar niet werden opgelost.


Bovenstaand fragment komt uit Maartje Wortels nieuwe boek "Half Mens".