Olympia en moordfantasieën deel 3

Schending van het recht op privacy

In het huidige Gidsnummer staat privacy centraal en dat is een uitstekende aanleiding om kunstenaar en schrijver van Kunstkannibaal Peter Klashorst te vragen voor een feuilleton over zijn privéleven in video en tekst. Vanuit Bangkok bericht hij over zijn kunst, het vetrek van het veilige huis van zijn ouders in Haarlem-Noord naar het van hoeren vergeven Phnom Penh. Vandaag deel 3: Puppy Love



Confidence. His outward confidence and uncompromising attitude seemed very attractive. (…) [There was] extremely productive tension between rigorous analytic abstraction and the influence of Far Eastern philosophy.

Uit: Willem de Kooning, 1904-1997: Content as a Glimpse door Barbara Hess

Cambodja, Phnom Penh, september 2013

Ik had uitslag op mijn onderarmen en -benen. Het was, dacht ik, een allergische reactie op de hitte. ’s Nachts lag je te slapen in je eigen kou-zweet, als in een smerig bad. Alles ging jeuken en dan moest je krabben. De met mij bevriende arts, dr.B., die vergelijkbare klachten had, schreef mij een receptje voor. Hij verzuimde mij te vertellen wat de werkelijke oorzaak was van ons ongemak. Mijn vriendin was al tien maanden aan een stuk door ongesteld. Onze lakens zaten altijd onder het bloed. Soms schrok ik wakker uit een angstdroom. Ik droomde dan dat ik in een zwembad verdronk. In werkelijkheid werd ik dan wakker badend in een plas bloed. Ons stenen bloedbed. Een Cambodjaanse arts vertelde me dat het baarmoederhalskanker was en dat mijn vriendin nog maar een paar maanden te leven had. Ik hoopte dat ze snel ernstig ziek zou worden en daarna vlot zou sterven. Dat was natuurlijk allemaal maar fantasie maar ondertussen maakte zij met al haar hoerenescapades mijn leven tot een hel. Ik was weer eens verliefd. Ik stond op het punt mezelf wat aan te doen, of anders haar. Met haar dood zou ons lijden afgelopen zijn. Maar ze ging niet dood en het bloeden ging door en ze kreeg er ook nog eens herpes en een druiper er overheen en ik ook natuurlijk, ik maar houden van haar, op een ziekelijke manier. Een obsessieve liefde noemen ze dat dan. Het zal wel met je jeugd te maken hebben, zei Dr. B., terugverlangen naar je baarmoeder.

Drie sexy geklede dames in rode korte rokjes met strakke truitjes en zware make-up, de typische Aziatische-hoertjes-look. Mijn vriendin duwt mij haar iPad onder mijn neus. Ze ligt in een deuk. Ik zie een filmpje waar een puppy door een van de meisjes aan de kant wordt geschopt. Het diertje wordt van de ene naar de andere kant geschopt. Dan weer zacht en steeds harder en genadelozer krijgt het wezentje ervan langs. Het beestje weet niet wat hem overkomt en begint wanhopig te janken. Het is een wollig beestje, wit met een guitige bruin vlekje om zijn oog. Even later staan de drie Cambodjaanse schoonheden te dansen op de rug van het diertje. Het ruggetje van de pup is inmiddels gebroken en het hondje wordt langzaam verder vermorzeld door de lieve voetjes van de lieve Cambodjaanse hoortjes. De voeten van de meisjes zitten onder het bloed. Via hun lange benen pant de camera langzaam omhoog naar hun lachende gezichten. Mijn vriendin moet er ook om lachen. Dit is een soort humor waar ik niets van begrijp. Misschien verbeeldde dit het lijden van de mensheid en was het een soort vorm van moderne kunst. Wiener Aktionisme, en dan de Phnom Penh Khmer-variatie. Elke dag worden er immers talloze dieren voor de consumptie geslacht en dat gaat er ook niet zachtzinnig aan toe. Ik was geschokt en verdrietig door dit filmpje. Het liefst had ik die drie getormenteerde meiden ondersteboven opgehangen en ook langzaam dood willen martelen. Zo is dus nu eenmaal de mens, en dan waren dit nog Boeddhisten. Ik voelde me niet veel anders dan dat hondje, het hulpeloze slachtoffer van een hoer. En die hoeren waren natuurlijk weer slachtoffers van ons, sekstoerisme. Dit eigenlijk was het allemaal onze eigen schuld.