Nonsens

Frans W. Saris bespreekt de roman De laatste tafel van Wim Kayzer (die we nog kennen van zijn spraakmakende VPRO-televisieseries zoals Van de schoonheid en de troost) waarin Kayser de natuurkunde op sterven na dood verklaart.

Voorlopig lijkt het verdedigbaar, kennis in de eerste plaats te verzamelen om daarmee iets te doen. - Piet Vroon, 1976

Het aardige van een e-book is dat je een zoekterm kan intypen, bijvoorbeeld ‘neutrino’ in de nieuwste roman van Wim Kayzer, en dat je dan vierentwintig antwoorden krijgt met de paginanummers erbij. ‘Positron’ geeft negen hits, ‘elektron’ eenentwintig hits, ‘quark’ vijfentwintig en ‘Higgs’ achttien, het mysterieuze ‘majorana’ deeltje verschijnt zelfs tweeënvijftig keer maar ‘donkere materie’ spant de kroon: achtenvijftig.

Met het complete spectrum aan elementaire deeltjes componeerde Wim Kayzer de zwanenzang van een theoretisch fysicus. Hij blijkt een aneurysma in zijn hersenstam te hebben waaraan hij binnen korte tijd zal overlijden. Het enige alternatief is een spoedoperatie, maar de kans dat hij die overleeft is uiterst gering. De laatste tafel speelt zich af in de laatste twee etmalen voor de operatie. De fysicus schrijft, om te ontsnappen aan zijn doodsangst. Hij kijkt terug op zijn leven, zijn liefdes, zijn rol als onderzoeker en zijn colleges aan eerstejaarsstudenten natuurkunde.

‘Een deeltje van niks dat effecten oproept zodra het als het ware door de stroop waadt? Ja, massa is traagheid, Higgs had gelijk, of eigenlijk was het Einstein die dat zei, Higgs krijgt toch al te veel eer. Een quasideeltje zonder elektrische lading en met spin nul waarop we straks supercomputers zullen laten draaien, daarover gaan we het vanmorgen hebben en daarna zult u de naam Majorana nooit meer vergeten. Als kind was deze Ettore zielsverlegen. Al jong was hij een wonderkind. Hij kon derdemachtswortels uit zijn hoofd berekenen. Hij deed dat onder tafel, verlegen met de vraag, verlegen met de aandacht, hij gaf van onder de tafel de antwoorden. Iemand in de zaal die iets dergelijks deed vroeger? We hebben nu quasi-Majorana’s gevonden, en dat zegt voorlopig nog even niets over de superzware majorananeutrino’s, of die bestaan, of ze tijdens de big bang ontstonden en of ze snel vervielen tot andere deeltjes waarbij meer materie- dan antimateriedeeltjes ontstonden, waardoor het godganse universum in gang werd gezet en we hier nu zitten, maar we zijn ze op het spoor nu. We weten nog niet of Majorana een kandidaat, ja misschien wel dé kandidaat is voor het probleem van de ontbrekende massa, maar het deeltje uit 1937 maakt eindelijk aanstalten op de bühne te springen.’

Klinkt dit niet net als Robbert Dijkgraaf in DWDD University, alsof hij Wim Kayzers tafelheer is? Niet voor een uurtje maar twee etmalen lang! Meer dan de helft van de 433 pagina’s bestaat uit dit soort even imponerende als onbegrijpelijke nonsens. Die pagina’s zijn bedoeld voor de boezemvriend van de fysicus, een Hongaarse kosmoloog die zijn vak verliet om dichter des vaderlands te worden. ‘Naar de hel met de eerste nanoseconde van de hele kolerezooi, naar de hel met de sprookjes van de big bang, over Iets uit Niets, over de tijd die ook vanuit nada en nothing en niente geschapen is.’

Zo ver wil Wim Kayzers fysicus niet gaan, hij haakt nog niet af maar hij constateert wel dat de elementairedeeltjesfysica de laatste dertig jaar, gedurende zijn hele carrière, nauwelijks vooruitgang heeft geboekt, ja zelfs steeds onbegrijpelijker is geworden; ‘…er moeten waanzinnigen komen om het probleem op te lossen’.

Deze fysicus realiseert zich dat zijn vak voor zijn huidige toestand van geen enkele betekenis is. ‘Waarom zou ik überhaupt blijven schrijven over deeltjes waarmee ik mijn leven heb verdaan? Het gaat nergens meer over. Ja, het gaat over mijn leven, maar ik heb niks aan elektronen, protonen, quarks, hadronen, leptonen, tauonen, neutrino’s, bosonen, gluonen, fotonen en garvitons nu. Ik ruil het hele universum nu in als jij alleen maar de nacht goed doorkomt. Dat zijn de verhoudingen.’

Als een carnavalsoptocht trekken de elementaire deeltjes aan ons voorbij, pagina na pagina vol nonsens, maar niet zonder boodschap. Zij kondigen aan dat de natuurkunde klaar is voor Khuns wetenschappelijke revolutie. Het is de grote verdienste van Wim Kayzers nieuwste roman dat hij laat zien hoeveel nonsens er voorafgaat aan een fundamentele paradigmaverandering in de wetenschap.

Voor de gemiddelde lezer zijn al die deeltjes misschien wat te veel van het goede, maar voor de oplettende lezer heeft Wim Kayzers fysicus toch ook nog een helder alternatief: ‘Zullen de vragen die nut hebben voor onze overleving ten slotte de enige vragen zijn die ertoe doen en zullen alle andere vragen weer uit ons bewustzijn verdwijnen zoals we ooit onze kieuwen en onze staart verloren?’

Zie ook: www.franswsaris.nl