Parijse mannen 6: Aimed II

Wat als je net bent verhuisd van Utrecht naar Amsterdam, je hebt een gat in je hart en je staat middenin de grootste stad van Frankrijk? Dan moet je op zoek. Op zoek naar een bankje aan de Seine. Fleur van Greuningen schrijft een wekelijkse feuilleton over de mannen in Parijs. Vandaag ontmoeten we Aimed van de schoenen opnieuw.

Salut Fleur, ça va la?
Ik vertel Aimed dat ik te ver was doorgelopen, zijn schoenenwinkel niet kon vinden, wat ik verder die dag had gedaan (niets interessants).

Of ik weet dat de ramadan begonnen is. Ja, dat weet ik. En was er niet een relletje? Hij lacht, ‘je weet er dus van.’ Ik had in de krant gelezen dat de rest van de wereld via berekeningen de begindatum van de ramadan had uitgevogeld, maar dat dé grote Parijse imam zelf naar de maan had gekeken en op een andere dag was uitgekomen.

‘Wil je ook meedoen?’ Misschien volgend jaar. Of ik weet waarom ze het eigenlijk doen. Mijn antwoord duurt hem te lang: ‘Kijk, het lichaam is als een auto. Eens in het jaar moet een auto gekeurd worden. Dat is ook zo met het lichaam: even met rust gelaten worden, gereinigd, even niets.’ Of je dan niet gewoon ’s nachts dubbel zoveel eet? ‘Nee nee nee, we drinken vooral, omdat het zo warm is nu. Of, wacht: eerst eten we drie dadels.’ Waarom drie? Ik verwacht een mooi relaas, een Arabische mythe over het getal drie met een woestijn en piramides, een zandkasteel, maar hij zegt dat het om de energie gaat. Dan vraagt een donkere vrouw mijn mening over de schoenen die ze misschien wil kopen, ik weet het niet en vergeet verder te vragen naar het getal drie.

Ik wil gaan, op zoek naar de rust van een eenzame straat. Hoe we contact kunnen houden. Ik geef mijn naam, zodat hij me via Facebook op kan zoeken.

Net voordat ik wegga, zegt hij nog hoe jammer hij het vindt dat de ramadan al is begonnen, ‘anders hadden we dit weekend iets kunnen gaan drinken.’

Mooi hoe snel hier een band ontstaat. Komt het door dat smeulende gat? Sta ik meer open voor mensen en hun verhalen, omdat ik een deel van mijn hart – een rechterkamer wellicht – heb moeten achterlaten in mijn vorige woonplaats Utrecht, een deel dat nog niet is ingericht in Amsterdam? Of heb ik mijn sociale kaarten nog niet uitgedeeld in Parijs, heb ik een nieuwe set gekregen toen ik hier neerplofte?

Of is het iets anders? Ik ben een meisje of vrouw natuurlijk, en mannen zijn mannen. Maar ook: ik ben een toerist, een buitenlander, maar wel één die Frans spreekt. Aimed voelt zich misschien ook nog steeds een buitenlander in Parijs, al heb ik hem dat niet gevraagd.

Dan nog, voor dit soort gesprekken, moet ik daar echt voor op vakantie zijn? Dit kan toch ook gewoon in Nederland, in Nederland zijn ook bankjes. En dat gat, dat blijft nog wel even zitten waar het zit. Alles wat me dan nog rest is het hebben van tijd en een jurkje. Als het te koud is, kan ik een panty aantrekken.