Rozen

Op Printjesdag, de derde dinsdag van de maand, plaatsen we een nieuw kort verhaal van Elske van Lonkhuyzen. Printjesdag in augustus is 'een dag vol dreigingen'. Lees over kleurloze vrachtschepen en rozenstruiken.

Het was een bijzonder slechte dag. Een dag vol dreigingen. Er zat dreiging in de roestige roltrap naar de spoorbrug waar het brede fietspad langsliep, in het kolkende, bruine water van de rivier, in de jongens met sportieve windjacks die rookten op de fiets. De wereld is een gevaarlijke plek, dacht ik steeds, met zijn willekeur en zijn gehavende mensen.

Ik dacht aan vervelende dingen die me overkomen waren. Ik telde de vervelende dingen uit alle jaren bij elkaar op, ik maakte er echt werk van. Ik tilde elke tegel van mijn geheugen op om te kijken of er nog wat ellende was blijven liggen. Ik haalde er de preek van de boze moeder van een vriendin uit groep zeven bij. Daar stond ik weer in de hete woonkamer met mijn winterjas nog aan. Terwijl de moeder op ooghoogte tegen me tekeer ging keek ik uit het raam naar een troepje meeuwen dat in het weiland neerstreek. Ik haalde er de norse kassière bij die me had laten betalen voor een kapot pak yoghurt en de collega met het luie oog die zijn slechte humeur elke morgen als een gierwagen achteruit in het kantoor parkeerde, precies naast mijn bureau waar ik er de hele dag van kon genieten.

Ik was de rivier overgestoken en liep nu aan de andere kant van het water. Van hier gezien lag de stad opgestapeld achter de kade. Ik telde de hijskranen die op het plein naast mijn huis nog meer flats optrokken. Het waren er vijf. Niet dat het ooit een mooi plein was geweest. De kerk stond scheef en het casino werd oud en in het water dreven de vrachtschepen kleurloos voorbij.

Precies toen ik alles wat ik kende had afgeschreven, passeerde ik een huis met een voortuin vol rozenstruiken. En over die rozenstruiken gebogen stond een man met handschoenen en een klein schaartje waarmee hij heel nauwkeurig de dorre takjes wegknipte. Ik bleef bij het hekje staan en keek ernaar. De man leek me niet op te merken, te zeer verdiept in zijn werk. Ik hoorde het klik-klik van het schaartje. Alle gebaren van de man straalden toewijding uit. Waanzinnige toewijding voor iets kleins als een twijgje aan een tak van een rozenstruik in een voortuin aan een dijk in een dorp tegenover een stad waar de mensen maar hopeloos aanmodderden. Toewijding die leek op niets minder dan liefde. Dat was voor dat moment precies genoeg om me weer met de dag te verzoenen.

Elske van Lonkhuyzen (1984) publiceerde in 2014 het chapbook Met de beste bedoelingen. Elske zit in het agentschap van Literair Productiehuis Wintertuin, lees meer van haar op wodkanademosterd.com