Zangvogel/infrageluid

Binnenkort kun je luisteren naar kunstenares en schrijfster Ananda Serné in de nieuwe Gidscast, maar vandaag komt ze alvast aan het woord met haar verhaal – een debuut – "Zangvogel/Infrageluid".

Eerst waren we in het verkeerde bos, alleen wisten we dat nog niet.
We zochten in het verkeerde bos.


Dit bos bestond uit een veel grotere hoeveelheid bomen dan het bos waar we de infrageluidsmeter zouden vinden.
Op dit moment leek dát bos ons heel klein, al waren we er nog niet geweest.


De wandeling begon ermee dat we een heuvel op moesten lopen.
Stap voor stap.
We hadden haast, het zou vlug donker zijn.


Je jas kwam vast te zitten achter een tak en de beweging die dit veroorzaakte deed me denken aan filmscènes waar plotselinge windvlagen uit het niets ontstaan en struiken en bomen gewelddadig heen en weer doen bewegen.
Op een gegeven moment dacht ik dat je bang werd, je begon te praten over de beweging van bomen en dat er, afgezien van ons, helemaal niemand in het bos was.
En je zei ook dat er de hele dag geen zuchtje wind was geweest.


Ik had het over iets dat ik kort daarvoor had gelezen over infrageluid. Het artikel zei dat infrageluid lager is dan voor de mens hoorbaar is en dat..


Lager, niet hoger?


Het artikel zei dat infrageluid lager is dan voor de mens hoorbaar is en dat de onverklaarbare sensaties die men toeschrijft aan spookverschijningen verklaard zouden kunnen worden door infrasone trillingen.


Ja, ik herinner me dat je dat zei. Dat was toen ik dacht dat je bang werd.


Ik was niet bang. Ik was op zoek naar de infrageluidsmeter, die wellicht was ondergesneeuwd.


Toen we ons later realiseerden dat –
dat we in het verkeerde bos waren,
toen namen we een taxi naar een ander bos.


Terwijl we daar naartoe reden passeerden we andere dingen, waardoor we spijt kregen dat we op zoek waren naar dit specifieke ding.


De infrageluidsmeter.
Want deze dingen waren op zichzelf prachtig en ze zagen eruit alsof ze in onze film hoorden.


Maar we waren bezig met een film over de infrageluidsmeter, die de trilling van de aarde meet. Deze willekeurige dingen, die we onderweg passeerden, pasten daar totaal niet in.


De taxi kon ons niet bij de juiste coördinaten afleveren, om bij het eindpunt te raken, doorkruisten we te voet een veld.


Op dat moment wisten we dat we op de juiste plaats waren, dit is waar de geluiden worden gemeten die we niet kunnen horen.


Het enige wat we hoorden toen we het bos inliepen was het overweldigende geluid van vogels.
Het zou vlug lente zijn.


En we hoorden ook: niets. Het geluid dat werd opgenomen.
Ik was niet bang tijdens deze wandeling, zoals je eerder verkondigde. Ik werd me gewoon bewust van een geluid dat ik niet kon horen of zien. Ik probeerde het aan te raken, maar voelde enkel lucht.


We keken op onze telefoon naar de grafiek.


De lijnen toonden een enorme hoeveelheid geluid.
Wat we niet konden horen.
Jij dacht dat je de grond voelde trillen.
Nee, niet waar.
Maar ik voelde niets.
Op dat moment besloten we dat we de bomen zouden documenteren die bovenop het onzichtbare geluid stonden.


Het onwaarneembare geluid.


Want het geluid was ergens diep in de grond, dat is waarom we het niet konden horen.


Dat is ook wat je toen zei en ik vond het walgelijk. Je zei het alleen omdat de camera de bomen mooi maakte, veel mooier dan dat wij ze door onze ogen zagen.


De apparatuur was geleend, dus de trillende grond onder de bomen gaf ons een goede reden om ze te filmen.


En later telefoneerden we met een vulkanoloog waar je over had gelezen in een vrouwentijdschrift. Hij was gespecialiseerd in de Stromboli, de vulkaan in Italië. Hij had ook de infrageluidsmeter waar wij naar op zoek waren geïnstalleerd.
We waren toen terug in de stad.
De vulkanoloog gaf ons instructies over hoe we onze film konden voortzetten.
Wat ik raar vond, want hij was een vulkanoloog en wij waren de kunstenaars.
Maar ik vond het wel oké.


We contacteerden een geluidstechnicus die naar de grafiek keek en zei dat hij de geluiden hoorbaar kon maken.


We zaten ook nog steeds met de vogels die de lente introduceerden in ons hoofd en we bedachten ons dat we, eigenlijk, misschien meer geïnteresseerd waren in vogelgeluiden dan in al het andere bij elkaar.


We gingen alsnog naar de geluidstechnicus en hij bezorgde ons dit:



Uiteindelijk documenteerden we de plaats waar geen geluid was (afgezien van de vogels), en we plaatsten dit geluid bij de beelden van het bos, zodat de kijker de geluiden zou kunnen waarnemen die wij niet konden horen toen we ter plaatse waren,
omdat het enige wat wij hoorden toen we daar waren, het geluid van vogels was.