La Mirada Invisibile

La Mirada Invisibile is een film van Diego Lerman, een jonge Argentijnse regisseur die in cinefiele kringen bekendheid kreeg met zijn lichtvoetige en charmante festivalhit Tan de Repente, over een beetje dikkige verkoopster die ontvoerd en verleid wordt door een lesbienne. En ook in La Mirada Invisibile, dat gebaseerd is op de roman Ciencias Morales van Martin Kohan, spelen seksuele gevoelens een belangrijke rol, ook weer in verband met macht en onmacht, zij het in een geheel andere setting – namelijk die van een strenge éliteschool in het Buenos Aires van 1982, aan de vooravond van de Falklandsoorlog, een moment waarop het Argentijnse schrikbewind zo’n 6 jaar in het zadel zit, maar wel al de eerste scheurtjes vertoont. Hoofdpersoon is Marita, een jonge vrouw die aan genoemde school is verbonden als een van de toezichthouders wier taak er uitsluitend uit bestaat de orde en de tucht te bewaken, en dat kan alleen door middel van permanent toezicht, een alomtegenwoordig Onzichtbaar Oog, La Mirada Invisibile, zoals Carlos, haar baas - die dus zelf weer toezicht houdt op de toezichthouders - het uitdrukt. Alleen zo is het mogelijk om, zoals hij zegt, het anders snel om zich heen grijpende kankergezwel van de subversiviteit in de kiem te smoren.

De openingsscène is al direct veelzeggend: we zien een lange kolonne leerlingen in schooluniform strak in het gelid met Marita aan het hoofd minutenlang door de lange, kille gangen van het schoolgebouw marcheren. Tromp, tromp, tromp, tromp. De boodschap is duidelijk: deze school met haar militaire discipline – het bewind dat er gevoerd wordt en ook wat macht en onderdrukking met mensen kunnen doen - staat model voor wat er op dat moment in het Argentinië buiten de muren van de school in het groot aan de hand is. Op zich geen nieuw maar wel een doorgaans boeiend en in ieder geval belangrijk gegeven, maar heeft het in dit geval ook een boeiende film opgeleverd?

Wat bepaalde mensen, soms tegen wil en dank, al van nature geschikt maakt als actieve of passieve handlangers van een onderdrukkend regime, wat maakt dat zij bereid zijn om een heel eind in de desnoods bloedige onderdrukking van anderen mee te gaan, is de manier waarop zij iets in zichzelf aan het onderdrukken zijn. Wat zij zichzelf niet gunnen, vrijheid en wat je allemaal in vrijheid kunt doen, zal ook anderen niet ten deel vallen. Een psychologische waarheid die zeker opgeld doet voor Marita, die samenwoont met haar ooit losbandige moeder en haar kettingrokende oma, en die, toch al ruim in de twintig, nog steeds maagd is en zich geen raad weet met de seksuele gevoelens die zij op school ontwikkelt voor een bepaalde leerling. Omdat zij van huis uit, en zeker ook in de setting waarin zij verkeert, geen directe, ik zou bijna zeggen: geen ‘normale’ uiting kan geven aan die gevoelens, gaat zij van de weeromstuit in de jongenskleedkamers aan onderbroeken ruiken, tijdens inspecties even verzaligd langs de haartjes in een jongensnek strijken, en – onder het voorwendsel dat ze controleert of daar niet stiekem wordt gerookt - op de toiletten niet alleen kijken hoe de jongens plassen maar ook in haar schuil-wc gelijktijdig genotvol meedoen. Kortom: van toezichthoudster tot gluurster, niet slecht bedacht – of was het precies haar aanleg tot gluren die haar geschikt maakte voor toezichthoudster? That is the question. Helaas ook zo’n beetje de enige question die er bij me opkwam tijdens het kijken naar La Mirada Invisibile (als toeschouwer dus van een toezichthoudster die aan het gluren is). Dat en ‘hoe laat zou het zijn?’ en ‘wat zullen we vanavond weer eens eten?’, want er gebeurt verder eigenlijk ontstellend weinig, en wat er gebeurt was al een paar keer eerder in de film gebeurd. Wéér een inspectie van de leerlingen, wéér stiekem de wc’s binnenglippen, wéér met een onverbiddelijke blik door de gangen lopen of over de met witte en zwarte tegels (ja ja, een schaakbord, ik snap ‘m, de mens als pion der machten) geplaveide binnenplaats, en wéér nerveus en broeierig rondkijken in de lerarenkamer. Met als enige onderbreking van de sleur een flinke geur-teug van een fles dure parfum, een woordenwisseling met ma of oma, en een ritje met de tram waar zij zo vaak haar nagels zit te vijlen dat je begrijpt dat er met die vijl straks iets heel ergs moet gaan gebeuren. En dat gebeurt dan ook, helemaal aan het eind, wanneer Carlos, haar baas, die al de hele film door bijzondere interesse voor Marita had getoond, zelfs al iets met haar was wezen drinken, haar ten slotte een keer in de ‘jongens’ betrapt en op zeer brute wijze van de situatie misbruik maakt. In het eindshot wordt dan vervolgens het volume van het geluid opgedraaid van het inmiddels in de straten van Buenas Aires ontstane straatrumoer. Tja.

Van Het Parool en ook van de NRC kreeg La Mirada Invisibele vier sterren, maar ik kwam eerlijk gezegd niet verder dan de helft van dat aantal, met excuses aan hoofdrolspeelster Julieta Zylberberg die haar personage buitengewoon sterk en geloofwaardig neerzet. Het probleem is dat dat personage, Marita, net iets te onaantrekkelijk en te vlak is om deze verder eigenlijk, zeker ook qua beeld en dialogen, vrij saaie en eendimensionale film te kunnen redden.

Voor wat het thema van de film betreft - het uit persoonlijke frustraties meeheulen met een onderdrukkende macht - raad ik tot slot iedereen aan nog maar weer eens te gaan kijken naar Bertolucci’s meesterwerk Il Conformista. Dat is andere koek.