Schrijvers de pols genomen: de gebroeders Heerma van Voss

Fotograaf Stephan Raaijmakers portretteert schrijvers en neemt ze in één moeite door de pols met een Zeer Kort Interview.

Thomas en Heinrich Mann, Jacob en Wilhelm Grimm, Paul en Alexander Theroux, John en William Faulkner, Karel en Gerard (van 't) Reve: het fenomeen van de twee schrijvende broers is bekend en goed gedocumenteerd. In een ondiep, peeskamerachtig vertrek op de Wallen tref ik de jongste voortzetting van dit verschijnsel, Daan en Thomas Heerma van Voss. Of ze op elkaar lijken, vraagt Thomas al snel. Ik zie genoeg gelijkenis, maar het duo doet me ook denken aan Dorbeck en Osewoudt. Met Thomas associeer ik zondagen met landerige vrouwen op gladde gazons. Met Daan op ontploffen staande two-seaters op smalle bergwegen. Reden genoeg om op zoek te gaan naar contrast en overeenkomst.

Race, milieu et moment - als ik een naturalist was zou ik denken dat jullie pagina voor pagina dezelfde boeken schrijven. Wat zien jullie als thematische verschillen en overeenkomsten in jullie werk?

Daan: Ik zou allereerst de Franse termen negeren. Dat is belangrijk. De vraag in zijn geheel doet me denken aan Hans Teeuwen’s ‘stel nou dat dit niet hypothetisch zou zijn’. Even denken. Als je een naturalist was zou ik aanraden het vakantieboek even weg te leggen, om een kwartier in je blootje over de speciaal daarvoor gereserveerde camping te banjeren, het geld is toch al betaald, roepend dat Emile Zola toch ook zeker niet alleen maar hetero was. Als je daarna nog steeds denkt dat Thomas Heerma van Voss en Daan Heerma van Voss hetzelfde schrijven, zou ik aanraden nooit meer een boek op te pakken. Als thematische overeenkomsten zou men enige vervreemding kunnen aanwijzen, weinig talent voor eenvoudig geluk, en angst. Maar dit geldt voor 84 procent van het geschrevene. Verschillen: al het overige.

Thomas: We putten natuurlijk uit dezelfde bron - we hebben dezelfde ouders, zijn opgegroeid in hetzelfde huis, hebben dezelfde scholen doorlopen, en ga zo maar door. Dat zie je terug in details in ons werk, maar verder hebben we, volgens mij, wel een andere stijl. Daan is een stuk lyrischer dan ik en schuwt groot gevoel af en toe niet. Ik ben dan toch meer een observator vanaf de zijlijn.

Zouden jullie ooit een gezamenlijk werk onder pseudoniem kunnen schrijven? Met andere woorden: zouden jullie bij gelegenheid kunnen fuseren tot één coherente auteur?

Daan: Het zou moeite kosten. Onze stijl is zeer verschillend, net als onze toon, en onderwerpkeuze, temperament, gemoed, dus we zouden allebei compromissen moeten sluiten, terwijl het vooralsnog onduidelijk is wat we ermee te winnen hebben. Behalve dat het een unicum zou zijn in de Nederlandse literatuur. Aan de andere kant: dat is een boek zonder lidwoorden schrijven ook, of het woord ‘neger’ gebruiken in ieder hoofdstuk. Ook die boeken zou ik niet per se willen lezen. Verder hoop ik dat ik nu al wel een coherente auteur ben.

Thomas: Dat kan, maar zal absoluut niet gemakkelijk gaan. Zoals hierboven al gezegd hebben we een nogal andere stijl, waardoor een gezamenlijk werk ook echt met perspectivische wisselingen zou moeten zijn. Bovendien denk ik dat als we samen zouden werken we uiteindelijk alleen maar afleveringen van The Wire of Californication zouden kijken en chocolademelk zouden drinken.

Verplaats je in de rol van een redacteur. Wat is de algemene feedback die je elkaar zou geven?

Daan: Lekker bezig, ga zo door, let niet op die broer van je, die brandt zichzelf op, is waarschijnlijk over een jaar of tien dood en/of vergeten.

Thomas: Ga zo door, man. Vergeet niet af en toe ook te genieten van wat je hebt gepresteerd, en neem soms een adempauze - dat kan nooit kwaad. Verder: niets meer aan veranderen, je bent een topper.