Schrijvers de pols genomen: Rogi Wieg

Fotograaf Stephan Raaijmakers portretteert schrijvers en neemt ze in één moeite door de pols met een Zeer Kort Interview.

Plat licht komt binnen door grote ramen in de bovenwoning van Rogi Wieg en Abys Kovács. Beneden ligt een roerloos plein in de regen. De kachel staat uit. Het zijn dan ook zware tijden, zegt Rogi. Het is moeilijk rondkomen van de letteren. Hij spreekt zacht maar docerend. Achteloos snijdt hij onderwerpen uit de fysica en de taalfilosofie aan. Buiten begint het harder te regenen. Een graficus ontmoet een dichter, en ziedaar: een beeldgedicht (gepubliceerd in nummer 2011/7 van De Gids).

Wat was er eerder: het woord of het beeld?

Rogi: Eerst is er het gedicht. Meestal een oud gedicht, nog ongepubliceerd. Ik werk sinds eind 2007 nog maar heel weinig. Te ziek. Abys leest het vers en gaat aan het werk, meestal met inkt. Zij werkt heel grafisch en vermengt haar inktstrepen heel mooi met wit. Het witte dat ze uitspaart is zo essentieel voor mij. De vlakverdeling.

Abys: Als ik een gedicht van Rogi lees, zie ik meteen een beeld voor me. Hij gebruikt weliswaar taal maar hij kan ook erg abstract zijn, als een schilder. De woorden zijn de kleuren, en door hun ritme en plaatsing vormen ze een volledigheid voor mij. Hij doet me denken aan de grote Hongaarse dichter Attila Jozsef. Toch gebruik ik alleen maar twee kleuren: zwart en wit. Kleuren kan de lezer eventueel zelf invullen.

Wat is de werkverdeling tussen beeld en grafiek in jullie creatie? Interpreteert de grafiek het gedicht? Nuanceert het gedicht de grafiek?

Abys: Het is in zekere zin een principe van complementariteit. Dat wat complementair is, is in een bepaald opzicht misschien een geheel. Dit betekent echt niet dat tekening en gedicht niet los van elkaar kunnen worden gezien. Dat kan natuurlijk ook! Ik zie ons werk als communicatie en symbiose. De tekening is geen illustratie. Beeld en woord vermengen zich: werken samen en completeren zo elkaar. Een poging tot een soort volledigheid dus.

Een beetje dichter verkeert vaak op de grens van onder- en bovenwereld. Waar bivakkeer jij momenteel, Rogi, en hoe beïnvloedt dat je werk?

(Enkele weken later) Ik ben opgenomen in de Valerius kliniek. Ik werk niet. Ik probeer in leven te blijven. Maar Abys is bij me. We houden van elkaar. Zij heeft het heel zwaar. Abys typt voor mij op een computer in de Valerius wat ik zeg. Ik weet zelf niet meer wie of wat ik ben. Als ik naar de hemel ga, zal ik stoelen reserveren voor de verlorenen op deze aarde.