Iedere maandag (4)

Iedere maandag lees je 'Iedere maandag' van Sytske van Koeveringe. Een schoonmaakster komt langs, ruimt op, boent de ramen en registreert precies de intieme, stille getuigen van een huishouden. Vandaag deel 4: een her-haaldelijk 'Hooi' zeggende dame op nummer 78 en een doffe klap van een gele map op 4-C.

Zeg geen gedag meer

‘Hooi,’ zegt ze als ze me opmerkt in de keuken, ik draai de hete waterkraan dicht. Met haar donkerblauwe badjas loopt ze me stampvoetend voorbij, haar bovenlichaam iets naar voren gebogen.
Ik knik.
Ze is haar shampoo vergeten, zoals iedere maandag. Ze stampt weer terug de enorme gang door, murmelt wat in zichzelf. Ik open de hete waterkraan en laat de emmer verder vollopen.
‘Hooi,’ herhaalt ze en ik knik nogmaals. Ze smijt de badkamerdeur dicht en draait de kraan open. Ik draai de keukenkraan dicht.
‘Ben ik mijn handdoek vergeten,’ roept ze lachend. Ze opent de deur weer met even veel lawaai als net en heeft de douche niet uitgezet.
Ik open de heet waterkraan weer en staar naar het dunne waterstraaltje.
‘Oh ben je er al? Hooi,’ zegt ze luid. Ze haast zich naar haar slaapkamer. Het huis is oud en groot, op iedere verdieping wonen andere mensen. Deze verdieping deelt ze samen met haar twee zoons en een vriendin.
Met een handdoek in haar handen komt ze weer aan lopen, bij iedere stap die ze zet rammelt het servies in de keukenkastjes.
‘Er zijn ook nog andere mensen,’ hoor ik mijn moeder vroeger nog zeggen als ik iets te hard van de trap af liep of als ik volgens haar teveel geluid maakte bij het dekken van de tafel.
‘Hooi,’ zegt de vrouw even energiek als bij de eerste keer. Ik wil de kraan weer dicht draaien maar abrupt staat ze stil, midden in de gang, alsof de motor van de auto is uitgevallen.
De ochtendzon schijnt door het grote raam waardoor haar gezichtsuitdrukking onduidelijk te zien is maar de vlekken op de vloer juist opvallen.
De linoleumvloer is net zo vies als vroeger op de basisschool, donkerblauw met hier en daar ondefinieerbare zwarte kringen of vlekken. Afwachtend houd ik met mijn handen op de kraan haar oude gestalte in de gaten.
‘Oh,’ zegt ze en dendert zonder enige uitleg weer voorbij, zegt me gedag en slaat de badkamerdeur nog harder dicht dan net.

Gele map II

‘Nou je kan beginnen,’ herhaalt ze na een lange stilte en klapt de map dicht.
‘Eigenlijk wil ik hier niet schoonmaken,’ zeg ik.
Ze lacht.
Een lach wordt vaak voor een onverwachts moment ingeschakeld, een manier om een houding te geven of uit beleefdheid. Dus glimlach ik ook maar, uit beleefdheid.
‘Waarom niet? We hebben toch een contract?’
‘Dat contract is nog niet ondertekend mevrouw. En bovendien is dit een kennismakingsgesprek,’ zeg ik.
Ik ben nooit bewust van het feit dat ik een hart heb, maar op sommige momenten klopt hij zo hard dat ik me besef dat mijn lichaam het doet. Met een lichte trilling in mijn stem vervolg ik, ‘het is toch bedoelt om te kijken of het klikt met de ander? Dat is toch het idee van een kennismakingsgesprek?’
Ze kijkt me met een afkeurde blik aan en klemt haar handen stevig om de map.
‘Ik kreeg een mailtje van het hoofdbureau dat jij hier hoe dan ook zou komen schoonmaken. Dus in de keuken, zoals ik net al zei staan de schoonmaakspullen.’ Haar stem klinkt alsof iemand haar keel dichtgeknepen heeft.
‘Ik doe het niet. Het spijt me.’
‘Hoezo niet?’
‘Het is te ver fietsen.’
‘Kom je van die kant?’ Ze wuift met een slappe arm naar achteren, ik knik.
‘Daar kan je heel mooi door het park fietsen waar je in de zomer prachtige struiken hebt staan, van die, god hoe heten die struiken nou ook alweer….’
‘Het wordt herfst mevrouw, dus daar heb ik momenteel niets aan.’
‘Ook in de herfst zijn parken mooi!’
‘Ik kan niet op maandag,’ zeg ik feller dan ik wilde.
‘Maar het bureau zei van wel, het bureau zei dat je hier op maandag zou komen!’
In één handbeweging gooit ze de map mijn kant uit. Met een dof geluid valt het een kleine meter voor haar neer.
‘Nu gaat u te ver,’ zeg ik en sta op.
Beiden kijken we naar de gele map die met zijn kaft naar boven ligt.
‘Alsjeblieft, maak hier schoon, alleen voor vandaag.’ Ze zit in dezelfde houding als net, alsof er niets gebeurd is.
‘Nee sorry, mevrouw. Succes met het vinden van een schoonmaker.’ Snel verlaat ik het huis. Pas buiten merk ik mijn klamme, trillende handen en dat mijn hart ook in mijn keel kan kloppen.


Dit is een selectie uit de reeks 'Iedere maandag', lees hier de andere bijdragen.