Twee gedichten

De Gids-redactie treurt om het overlijden van Joost Zwagerman (1963-2015). Hier een selectie uit de laatste gedichten die hij in het voorjaar van 2014 in De Gids publiceerde.

Brieflezend meisje bij het venster, Johannes Vermeer, ca. 1657-1659
Reader, Gerhard Richter, 1994

In de trein en oortjes van de iPod in
gaf je, lijfblad in je absolute hand,
een ingekeerde remix weg van
Gerhard Richter en good old Vermeer,
‘Lesende’, zoals de trein jou
zonder moeite lezen kon,
bij het gesloten raam, tweede klasse,
intercity, neigend naar het eertijds
lezend meisje bij het open raam,
haar pofmouw twinkelend van
schier denkbeeldig groengoud geel.
Hier intussen groet het landschap ons
alsof wij beiden lezend simultaan
de wereld wuiven – en ook buitensluiten.
Dit gebeurt nu, weet ik, en kan niet
nog een keer. Gerhard Richter heeft
jouw inlogcode maar jij stuurt een sms’je
waarin je zegt ik zie je nu, ik zie je
als mijzelf, midden in het eeuwig licht
naar digitale iTuneswetten binnenzeilend
door het gulle venster van Vermeer.



Vorführung, Neo Rauch, 2006

Je gaf me met de aankoop
van een überhip pasteljurkje
toegang tot de nachtclub
van Neo Leipzig Rauch.

De doorbitch was felroze.
Het cocktailmeisje schmierend geel.
Op de dansvloer plastic zuilen.
Choreografie van glorieus teveel.

Het is de kunst geheid
gewiekst en geil te zijn.
Neo Rauch verblufte jou,
met ontzag deed je je jurkje uit.
Alle tinten van het kek pastel
werden prompt door Neo Rauch geclaimd.
Ik hield zeer old skool mijn kleren aan.

Die nacht droomde ik
dat ik het erfgoed Rembrandt was.
Ik zei, je mag naakt en blij
en vermetel opgekitscht
naar gezellig Leipzig gaan.
Losjes talmde ik een sigaret.
Rauch hield overbluft de club bezet.