Voltooid leven





De in de gevel gebeitelde naam
van het bovengrondse
doet een villadorp vermoeden,


de naam van de kelder een tuin.
En van je hela-hola,
houd er de hoop maar in.


Ik ben, de handen gereinigd,
slechts op bezoek, neem de trap
naar de dagbesteding op -1.


Een corridor waar geen zonlicht doordringt,
een kleurenpalet dat wisselt
tussen pastel en neutraal.


De bloemen knerpen in hun mandjes.
Langs de scheidingswand een bankje
waar familie zit.


Al loopt de vloer egaal, hij helt,
of is dat omdat ik naar links loop
naar de dagbesteding op -1.


De kerkdienst staat aan,
men bidt voor een select publiek.
De ondertiteling laat niets te wensen


of aan het toeval over.
Aan de ovalen tafel een handvol
meer en minder in het eigen ondermaanse


afgedaalden, mompelend, luid mopperend
of zingend ‘Je bent een engel’
in de dagbesteding op -1


in het licht van Gods woord op tv.
Klopt. Deze hel wordt bestierd
door engelen.


Ze knippen het brood in vlakjes
die eenmaal op de borden geschakeerd
door de een worden versmaad,


door de ander verslonden
of het wolfsgrauw zich al aandient
in de dagbesteding op -1.


De vrouw die eet of ze nooit at,
de bouillon naar binnen schrokt,
een banaan erachteraan


en daarna het aangevreten
hoofd weer op de borst,
het sleutelbeen dat de kin torst.


Mijn moeder die ik voer
als met de fles een kalfje.
In de dagbesteding op -1.


Achter haar in een sta-op-stoel
de vrouw die onbewogen onbeweeglijk
naar mij kijkt, naar het lijkt zonder mij


waar te nemen,
de ogen grijs en vlak
en zonder leven,


de kleding grijs en zwart
als vlakke ogen zonder leven
in de dagbesteding op -1.


Er is uitzicht op een terras,
een valkuil
naast het ondergrondse neergedaald.


Het is hier een vrouwendomein,
een overdekte luchtplaats
speciaal voor hen


die steeds voltooider overblijven.
Het paneel om de deur mee te openen
zit achter een theedoek verborgen.


De deur naar het terras staat aan.
Er is uitweg te over
voor wie er oog voor heeft,


in een hartslag is hier de vrijheid gekozen.
Nee, in de dagbesteding op -1
is men nog lang niet uitgestorven.