&2024

Verhaal / 26.03.24

8 minuten en 19 seconden

Georgi Gospodinov

‘In de minuut dat je deze tekst begint te lezen, kan de zon al uitgedoofd zijn, maar daar weet jij nog niets van. Je hebt nog een royale 8 minuten en 19 seconden, voordat het nieuws over haar dood je bereikt. Zolang duurt namelijk de reis van het zonlicht naar de aarde. Daarna wordt het donker. Tot nu toe zijn er 9 seconden verstreken. Wat kun je doen? Snel, sta op, pak je allerbelangrijkste spullen; telefoon, geld, paspoort. Wacht, waar ga je naartoe? Laat die bagage toch staan. Bel eerst je familie en vrienden, die weten het nog niet. Kondig het einde van de wereld aan en de (nu inmiddels minder dan 7) minuten die ze cadeau krijgen, maar waarvan ze nog geen vermoeden hebben. Zeg dat ze onmiddellijk weg moeten rennen, als ze zich in de buurt bevinden… waar naartoe?… nou ja, dat jullie in ieder geval samen zijn. Er zit niets anders op binnen die 7 minuten dan dat ze blijven waar ze nu zijn, en dat ze zich verstoppen onder de tafel. Alles lijkt ineens onnozel. Je hebt natuurlijk geen ervaring met het verdwijnen van de zon. Dit is wel even wat anders dan een stroomuitval. Vertel je familie en vrienden dat je van ze houdt en dat jullie elkaar weer vinden in het donker. Wat nog meer? Je wilt alles wat je lekker vindt nog een laatste keer proeven, maar er is slechts tijd voor een lepeltje kersenjam uit de koelkast. De kat heeft zich ergens verstopt. Die weet het ook. Je doet het raam open. Buiten verspillen de mensen de laatste minuten zon. Je zou het willen uitschreeuwen: ‘Verdomme, zien jullie niet, dat dit licht niet hetzelfde is?’ Maar ook dat doe je niet. En wat gaat er hierna gebeuren? Slaan de planeten op de vlucht? Stromen de oceanen over? Breekt er een eeuwige Arctische winter aan? En gebeurt dat dan meteen, of hebben we nog wat extra tijd? Nog een paar minuten, een uur in ondoordringbare duisternis? Ben je er nog? Laten we samen de laatste seconden tellen – dertien, twaalf, elf (ik schrijf de getallen bewust uit om de tijd wat te rekken) tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie (houd je taai en vaarwel, mochten we elkaar straks niet meer zien), twee, een…


Als je deze laatste zin kunt lezen is de zon nog niet uitgedoofd. Deze keer niet. Wanneer dan wel? Over exact acht minuten en negentien seconden zullen we daar achter komen. Inmiddels zijn dat er overigens alweer minder. Nu je eenmaal een apocalyps hebt overleefd, kun je het je veroorloven om de seconden zonlicht te tellen. En in de resterende acht minuten een blik te werpen op dit verhaal. Ik heb ervoor gezorgd dat het kort genoeg is om het op tijd te kunnen uitlezen.


————-


Langzaam begon een wolk de hemel te bedekken. Het was niet duidelijk of het zou gaan regenen, of dat dit het einde was. Deze pre-apocalyptische dagen waren onbeschrijfelijk: chaos, kabaal, ronddolende dagdieven, gezinnen die hun koffers aan het inpakken waren… alsof ze ergens heen zouden kunnen. Een bijzondere kermis van ijdelheid, een tafereel dat je tweehonderd jaar geleden zag bij Thackeray of Dickens; geschreeuw, beweging, lawaai, een ware heropleving die voorafging aan de doodse stilte die zou volgen. En ondanks de eerdere niet uitgekomen voorspellingen (maar liefst twee mislukte pogingen tot een apocalyps) leek alles nu toch echt steeds overtuigender naar daar te leiden, naar het einde. Er was geen ontkomen meer aan. Zelfs het optreden van twee veteranen uit de wereldpolitiek – de al wat grijzende meneer Obama en mevrouw Merkel, die ijzeren oma, bracht geen merkbare verandering. Allebei beloofden ze om het einde van de wereld zo lang mogelijk gecontroleerd uit te stellen. ‘Een gecontroleerd einde van de wereld’, is er iets grappigers te verzinnen? Een apocalyps in druppels.

  Alles en iedereen wachtte op ‘De zonsondergang van de laatste dag’, zoals het in de volksmond was gaan heten. Er werd gezegd dat de zonsondergang zelf onmenselijk mooi zou zijn, als euthanasie, als een verdoving, waarna het einde zou komen. Er waren natuurlijk ook sceptici die al enkele uitgestelde apocalypsen hadden meegemaakt. Mensen die al die constant uitgestelde eindes moe waren. Eigenlijk begon iedereen het spuugzat te worden en het leven op aarde was ook niet meer zo aanlokkelijk. Hoe dan ook, uit gewoonte of vanwege een overgebleven instinct, op de dag zelf probeerde iedereen te schuilen in schuilkelders van de vorige eeuw, of zichzelf desnoods op te sluiten in de eigen kelder. De rijken - in speciale ondergrondse capsules.

  D.J. had besloten het einde te verwelkomen in het stadje Z. Hij kwam daar wat vroeger aan zodat hij door de oude straten kon wandelen en van de bedrijvigheid kon genieten. Zijn hele leven al had hij met zonsondergangen gewerkt. ‘Ik verzilver hun goud’ zoals hij (steeds minder vaak) grapte tijdens de almaar schaarser wordende ontmoetingen met vrienden. Zonsondergangen brachten hem brood, tabak en roem. Hij was een fotograaf die tevens het schrijven onder de knie had, een zeldzame combinatie in dit beroep en de goede tijdschriften hadden hem al bij de lurven toen hij nog jong was. Het was precies hier op deze plek in het stadje Z. dat zijn carrière als expert op het gebied van het beoordelen van zonsondergangen was begonnen. Jazeker, er bestaat zo’n beroep en hij was de schepper ervan. In zekere zin gebeurde dit bij toeval. Hij werd naar Z. gestuurd om een pre-alpien meer en de daar verdwijnende populatie meerkoeten te fotograferen.

  Zijn werk was snel gedaan, maar zijn gastheren drongen erop aan dat hij ’s avonds bleef voor ‘de derde mooiste zonsondergang in de wereld’. Later vroeg hij zich af hoe hij die uitnodiging had kunnen accepteren: hij was in de twintig en had andere ambities dan meerkoeten en zonsondergangen. Maar was die ‘derde mooiste zonsondergang’ dan niet een uitdaging voor hem als fotograaf-schrijver? Man man, wat een onzin. Hij vroeg welke zonsondergangen er dan op de eerste en tweede plaats stonden. Dat wisten ze niet. Met die derde waren ze tevreden: Z. was immers Copacabana niet. De zonsondergang bleek een kosteloze attractie die het stadje goed wist te vercommercialiseren. Op het moment dat de zon onderging voer een speciaal bootje voor het dubbele tarief van de ene kant van het meer naar de andere kant. In toeristische brochures lieten ze niet na om met een zogenaamd licht spottende ondertoon op de derde plaats in de ranglijst te wijzen. ‘Wie beslist er in godsnaam over zo’n ranglijst’, vloekte DJ zachtjes. En op datzelfde moment kwam het bij hem op dat hij zelf weleens die persoon zou kunnen zijn. Er bestonden water-, lucht-, olie- en mineralen-deskundigen, en natuurlijk zaten die sectoren bomvol geld. Maar een ‘zonsondergang deskundige’ was er nog niet. En iedereen kon zichzelf welke titel dan ook toe-eigenen. Hij nam de beslissing meer als een grap, waarom zou hij het niet proberen? Iemand moest immers deze ranglijsten managen… iemand moest rondreizen, vergelijken, criteria verzinnen, een nomenclatuur van zonsondergangen bedenken. Price Sunset House, auditing and consultancy.

  Hij had nooit verwacht dat het zo eenvoudig zou zijn om te starten, wat een grap. Steden stonden in de rij om hun zonsondergang door hem te laten beoordelen. Ze maakten onderhands wat sommen geld naar hem over en hij gaf punten en bepaalde de plek op de ranglijst. Hij kon niet geloven dat een plaatselijke zonsondergang zulke geestdriftige gevoelens kon opwekken. Zowel het lokaal toerisme, patriottisme als het bedrijfsleven stortten zich in de strijd – voor iedereen viel er wel wat te halen. Hij vroeg zich af hoever hij kon gaan, probeerde te ontdekken waar de grenzen van de grap lagen, maar gek genoeg was alles wat hij deed een schot in de roos. Vooral toen hij het Europees kampioenschap zonsondergangen uitschreef. Kun je je iets debielers voorstellen? Onmiddellijk boden de twee Amerika’s en Afrika waanzinnige sommen geld voor een licentie, en werd het Europees kampioenschap een Wereldkampioenschap. Voor D.J. het goed en wel doorhad, overtrof zijn business al zijn verwachtingen. En verlangens.

  Hij gaf geen interviews meer. Steeds vaker was hij zich gaan ergeren aan krantenkoppen als ‘’De magnaat van zonsondergangen”, “Het rijk waar de zon altijd ondergaat”, “De sjeik van het rode goud”, “De hemelse D.J.” en meer van dit soort gebazel. Hij besloot dat de tijd was gekomen om te stoppen, droeg alles over aan twee vrienden en trok zich terug. Ongemerkt waren er twintig jaar voorbijgegaan. De wereld begon uiteen te vallen, als een oude man die ondanks alle plastische chirurgie het vergevorderde stadium van zijn ziekte niet meer verbergen kan.

  Nu liep hij door de straten van Z., de stad waar hij met het verzilveren van de zonsondergangen begonnen was. Vandaag was de dag en als de laatste ondergang inderdaad plaats zou vinden, laat ik ‘m dan hier op deze plek zien, zo dacht hij. Hij had nog een paar uur, de straten waren zo goed als leeg. Een man in een neopreen duikpak probeerde te rennen en pletste met zijn zwemvliezen op het trottoir. Hij was waarschijnlijk niet eerder echt buiten geweest en vreesde overvallen te worden door de zondvloed. Voor alle zekerheid had hij ook een harpoen bij zich. Verderop, op een klein plein aan de voet van de heuvel, sprak een van de profeten onsamenhangend over ‘De zonsondergang van de laatste dag’. Op een gegeven moment schreeuwde hij zelfs naar de alsmaar kleiner wordende stroom voorbijgangers, die zich naar hun huizen haastten:
- Waar gaan jullie naartoe, miserabele vleermuizen. Waar rennen jullie van weg? Zijn jullie bang voor de zon? Kom naar de hemelse illuminaties, jullie lafaards. Een andere keer zal er niet zijn… En denk maar niet dat dit alles uitgezonden zal worden op jullie waardeloze tv’s. Hebben jullie, primitievelingen, niet begrepen dat elke zonsondergang een parabel van de Apocalyps is… maar nee, pure kitsch is het volgens jullie, snobs die jullie zijn… een ansichtkaart, nietwaar? Zie… geen kleuren, maar bloed druppelt er uit de wolken, omdat het lam is geslacht, zoals het geschreven staat, jullie winkelende malloten. Elke nacht bloedt de Maagd zelf - daarboven -, kijk, dat is pas maagdelijkheid, stelletje perverselingen. Er zijn geen onschuldigen onder jullie. Waar hebben jullie je allemaal verstopt? Het lam is al geslacht en zijn bloed stroomt door zeven rivieren. Hey! wat sta je mij nu aan te staren… -
D.J. moest ongewild glimlachen, de profeet had het tegen hem…
- Lach niet zo achterlijk, je zult de Apocalyps prime time op tv zien, jij kleingeestige… -

  D.J. liep langzaam bergopwaarts. Hij wist zelf ook wel dat hij geen heilige was. Hij verdiende geld met iets wat hem niet toebehoorde. Maar wat was er slecht aan om meer mensen ertoe te brengen naar zonsondergangen te kijken? Beter dat dan dat ze de hele tijd voor de buis hingen, daar had die gast gelijk in. De tv-adverteerders hadden vast een hekel aan D.J., hij ontnam hen een aanzienlijk deel van hun publiek. Er ontstond een hele beweging van ‘zonsondergangwatchers’. Sunset gazing. Sommigen noemden hen zonne-eter s. Anderen noemden hen minachtend ‘staarders’. Er werd gezegd dat ze zich v oornamelijk met zonlicht voeden, en dat de zon nu net bij haar ondergang het meest voedzaam was. De zonsondergang als bioproduct.

  Hij bereikte de heuvel van waaruit de laatste zon het best te zien zou zijn. Er waren nog maar weinig plaatsen op de wereld waar je een echte zonsondergang kon bekijken – langzaam, uitgevouwen in de tijd, met al zijn achtergebleven schaduwen, reflecties en nasmaak. Om daar helder zicht op te hebben, heel ver te kunnen zien zonder microdeeltjes in de lucht, was al een absolute zeldzaamheid. Hij was op de juiste plek en van de juiste leeftijd, zo dacht hij bij zichzelf, om eindelijk in alle rust van een zonsondergang te genieten, om deze tot op de bodem leeg te drinken en te waarderen na al die andere die hij in het voorbijgaan had meegemaakt. Hij had zijn fototoestel meegenomen, en zelfs een kleine binocle. Het is alsof ik naar een première ga, en niet naar de laatste wedstrijd van dit seizoen, zei hij tegen zichzelf. Hij keek om zich heen, tegen zijn verwachtingen in was hij niet alleen, nog enkele andere helden stonden verspreid over de heuvel. Een kleine groep zonne-eters boog zich in de richting van de zon. Zonder de zon, dacht hij bij zichzelf, wachtte hen de hongerdood.

  Hij herinnerde zich hoe zijn vader hem bij de hand had gehouden op weg naar school en hem verteld had over die 8 minuten en 19 seconden die ons nog resten nadat de zon verdwenen is. Het was het meest beangstigende en tegelijkertijd het meest troostrijke ter wereld.

  Net voordat het laatste licht van de zon alles overgoot, trok er een nauwelijks waarneembare flikkering door de monitorblauwe hemel. Het was alsof het licht niet meer hetzelfde was.

  De kleuren waren wat bleek, hij haalde zijn verrekijker tevoorschijn, maar zelfs bij deze verwaarloosbare vergroting onderscheidde zijn oog… het raster. Plotseling verschenen er wolken. Het leek alsof ze in grote donzige letters in de lucht schreven: ‘Derde mooiste apocalyps ter wereld’.

  Wie in godsnaam bepaalt dit eigenlijk?, dacht D.J., en sloot zijn ogen.





Dit korte verhaal is vertaald uit het Bulgaars naar het Nederlands door Justin Van Heddegem, Kieran Van Overwaele, Nejra Šehagić en Nelin Ferhad Yusein onder leiding van Hellen Kooijman.

Met dank aan Miglena Dikova-Milanova.


Georgi Gospodinov (1968) is een van de meest vertaalde Bulgaarse auteurs. Zijn roman De wetten van de melancholie werd in 2013 in Bulgarije uitgeroepen tot Boek van het Jaar. Zijn meest recentste roman is Schuilplaats voor andere tijden. Gospodinov kreeg voor deze roman in Engelse vertaling – Time Shelter, vertaald door Angela Rodel – in 2023 de International Booker Prize.

Meer van deze auteur