&2024

Poëzie (& ingesproken) / 17.04.24

Anna

Ezra Hakze


[Wij weten niet wanneer we anna voor het eerst zagen
in de schoonheidsgalerij van het museum der oudheden
in de buste van een dode koningin en dansend
op een kerkhof met een doornkrans op zo was anna
een jonge hertogin in haar staatsieportret
heroïne-chic duidelijk net haar eten uitgekotst
het stond haar goed die vermoorde onschuld
een bijenkoningin met een honingbelofte
zo klom ze uit haar lijst, arsenicum anna
dieetpillen in haar hand gouden munten op haar ogen
zij was een voorbeeld voor ons allen
hoe een dame in een schim veranderde
en ons leerde hoe je vrouw moet zijn
nl. sieraden dragen over je naaktheid
en van die kwetsbaarheid je wapen maken]


B:
Vriendin, het wordt tijd dat ik de waarheid spreek.
Sinds mijn pact met de veilingmeesters van schaamte & liefde gaat het niet zo goed met mij.
Laatst meende ik de heer te zien in de gedaante van een kraai.
Dacht je echt dat hij steeds een andere vogel is, of heb je wel goed opgelet?
Mijn verbeelding maakt me gereed voor de waarheid
maar ik zie niets dan dode dieren aan het front.
Wat een bende om hier tussen mijn broeders te staan!
Ze schieten je gewoon dood en noemen het rechtvaardigheid.
Nemen hun hoed voor je af en dat is dat.
Geef mij maar een wereld waarin ik het meisje speel
en bloemen uit de knoopsgaten steel.
Laat dat maar aan mij over. Ik ben je man.
In die pruimtabak van de studeerkamer voel ik me thuis.
En nu niet denken dat ik geen hoer ben, want dat ben ik mooi wel.
Wat jij kunt kan ik ook, alleen iets minder goed.
Er is maar één vraag die er voor ons toe doet:
hoe behoud je in dit leven een beetje waardigheid?
Elke vrouw weet dat ze voor aanbidding door de knieën moet.
Kleinigheden in de kleding van een heer bewijzen zijn klasse
een roos of orchidee op de revers is zeer edel.
Nu ik die leugen in het gezicht kijk ben ik niet meer bang voor hem.
Ik draag mezelf rond als een fruitmand waar iedereen wat uit mag pakken.
Iemand gaat er met de buit vandoor en het spel is nog lang niet klaar
maar anna jij weet dit maar al te goed
omdat je van alle kanten bekeken en verraden werd
toen jij je liet nemen in de kasteeltuin van slot Nymphenburg
vond ik dat getuigen van een grote klasse
de mannen dachten hier misschien anders over
maar wie heeft hun iets gevraagd
de weg naar het schavot is lang
en nu het weer omslaat moeten we haast maken
de vruchten beginnen te rotten en het pad ligt bezaaid met pruimen als bloeduitstortingen


A:
Zuster, het blaffen naar de maan maakte je hongerig
nu span je jouw heupen voor een kar.
Je hebt een goed figuur en gevoel voor stijl
dus maak je honden maar klaar voor de strijd.
Die lust tot vernietiging die jou elke dag ontwaakt
zelfs na een vredige nacht slaap, die heeft een reden.
Zie het vuil onder de nagels als een gunstig voorteken.
Je vingers beramen een kaartspel en de winst is voor de pot.
Pak een schop en begraaf je bezittingen, desnoods in je moeders tuin.
Wie een plant grootbrengt moet meer doen dan er zijn hoed voor afnemen
maar een vrouw die haar wapens in het zicht draagt zal niemand verdenken.


[Zie hier de afdruk van haar voet in marmer!
zelfs de rook die ze uitblies was schunnig
maar haar honden hadden hun eigen slaapkamer
‘s nachts danste ze met een spook door de balzaal
een bediende hoorde haar giechelen
hij begreep dat ze iets won maar hij kende haar strijd niet
soms verdween ze dagenlang in de bossen
waar ze naar men zei een eigen hutje had
haar geschiedenis uitstippelde
een dwaaltocht langs haar zusters]

Ezra Hakze (1993) schrijft gedichten en beschouwend werk over poëzie, onder meer voor de Nederlandse Boekengids. Ook werkt ze als eindredacteur voor verschillende media. Ze is bezig aan een langere reeks waarin de Anna-figuur uit deze gedichten centraal staat. 

Meer van deze auteur