Spele

Beeldessay / 07.12.23

Skatestuk Jan

Enkele gedachten bij de man in het groene shirt die de weg overstak toen Milton Martinez een kickflip landde in de bank van de Sunset Car Wash

Jan van Tienen

Laat ik oprecht nadenken over wat het betekent als ik zeg dat ik de man in het groene shirt wil vinden die toevallig voorbij liep toen Milton Martinez de bank in kickflipte van de Sunset Boulevard Car Wash in LA. Laat ik hardop nadenken over hoe mijn verlangen om deze man te zoeken en te vinden zich verhoudt tot het skateboarden zelf, en tot het zien en voelen van de mogelijkheden, tot een melancholisch besef van hoe de werkelijkheid op een of andere manier in elkaar zit.

Milton

De schuine betonnen wand - of in goed Amerikaans: de bank - bij de Sunset Car Wash in Los Angeles heeft een flinke geschiedenis binnen het skateboarden. De spot is absurd: je moet van het dak van een gebouw in een onmogelijk steile en hoge betonnen helling springen en dan vervolgens niet overreden worden door het autoverkeer waar je op af rijdt als je de stoep onderaan de bank hebt geklaard. Ik kende de plek, de Sunset Car Wash, door een video van VICE, Epicly Later’d, waar te zien was hoe Mark Gonzalez en John Cardiel bij die plek in de bank proberen te olliën (een ‘gewone’ sprong met je skateboard). Mark had er kennelijk al jaren over nagedacht het te doen, maar durft het ter plekke niet, waarop Cardiel hem toestemming vraagt het te proberen, om de truc van first try, op de allereerste poging, glorieus te landen. Daarna ziet de oudere, meer ervaren Gonzalez (ook bekend als The Gonz, een van de grondleggers van het moderne street skating) zich kennelijk genoodzaakt het ook te proberen, misschien om niet als lafaard te boek te staan. Het gevolg daarvan is dat hij één van de goorste asfaltschuivers maakt die ik van mijn leven keer op keer heb bekeken: hij glijdt op het gezicht een goede een à twee meter over de straat.

Als er op deze bank bij de Car Wash een nieuwe skate-truc wordt gedaan is het meteen nieuws. Het kan je carrière als skater maken. Het heeft de Argentijnse skater Milton Martinez in ieder geval veel goeds gedaan.

In 2019 kwam Martinez’ skatevideo iDemolición! uit en die video schreef skategeschiedenis. Het komt door de brute snelheid waarmee Martinez zijn trucs uitvoert - mensen in de commentsectie op YouTube noemen het geen skatetrucs meer, maar een opeenvolging van spectaculair mislukte zelfmoordpogingen. Hoewel internethyperbolen vermoeiend zijn, zit er hier wat in. De video is keer op keer het kijken waard. De stijl, de agressie, het feit dat Martinez er de Skater of the Year-award mee won, het feit dat de aan kanker overleden hoofdredacteur van Thrasher, Jake Phelps, er zo mooi, klein in wordt geëerd. De allergrofste trucs bewaart Martinez voor een moment tegen het einde van zijn video: hij racet op een dubbele set trappen af, om dan richting de handrail van de onderste sectie van de trap te springen. Daar probeert hij een crooked grind, wat met die hoogte, afstand en snelheid bijna ongelofelijk is om te zien. Het lukt hem niet de truc te landen, hij schuift een stukje over schouder en gezicht over het beton, maar de poging en het falen zijn en spectaculair. Het einde van de video bevat natuurlijk het hoogtepunt, en daar is het dat Milton geen ollie, maar een kickflip in de bank van de Sunset Car Wash landt. Miljoenen skaters wereldwijd kunnen kickflips, maar hoeveel ervan kunnen een kickflip vanaf het dak van de Car Wash in de bank landen?

Dat de bank een gevaarlijke spot is heeft Martinez eerder zelf ook al ondervonden, toen hij erin had geollied en zijn voet brak (iets wat hij in deze Thrasher-video vertelt).

Zie hier de kickflip in de bank van de Sunset Car Wash:

Door de ongelofelijke truc van Martinez heeft het grijs-blauwe beton van de bank betekenis gekregen, een nog groter aura, een dat verbonden is aan Milton Martinez, en aan alle andere skaters die het nu naar de spot toetrekt, skaters die er willen zijn, die ook een truc willen doen bij de Sunset Car Wash, die willen bijdragen aan het aura, die willen bijdragen aan de betekenis van de plek.

Een tijd geleden zat ik meer video’s over Martinez’ truc te kijken, en toen zag ik er een met beelden die uit een andere hoek waren geschoten.

Zie hier enkele stills uit die video:

Milton Martinez doet zijn truc, hij rolt door, en mij viel op een gegeven moment iets anders op. Valt het je op? De man in het groene shirt: passant bij een stuk skategeschiedenis. Terwijl Martinez de hele verzamelde crew aan fotografen, filmers en andere skate-bro’s lachend en extatisch in de armen valt, loopt deze wat slungelige man door, niet eens uit de anonimiteit ontrukt, gewoon een passant, een man die er was, ergens zo onbeduidend als een detail in een betonnen brug, maar ergens helemaal niet, want het is een man, met, zo moeten we aannemen, dromen, een man met ouders, een man met een sullig loopje, een grijze pet en een groen shirt.

De man in het groene shirt

Interesse begint bij wijzen, las ik bij Sianne Ngai, interesse begint bij opmerken, bij de kleinst mogelijk vraag stellen. Zie de man, de sullige man in het groene shirt. Ik heb hem aangewezen. Ik heb een screenshot gemaakt van de man in het groene shirt. Ik heb de screenshot gedeeld met vriend Twan, met wie ik weleens ging skaten. Het boeide hem niet enorm, deze anonieme passant in het groene shirt, maar doordat ik de screenshot doorstuurde, groeide mijn eigen interesse voor de man in het groene shirt wel degelijk. De herhaling van het beeld is het begin van elke fascinatie.

Doordat de man in het groene shirt - heel voorzichtig maar, ik zou zeggen: een klein beetje - een fascinatie is geworden, doet hij me nu in bepaalde zin aan het skaten zelf denken, of wat het skaten ooit voor me betekende, en dat heeft weer te maken met de kickflip van Milton Martinez zelf, want die kickflip doet me denken aan de eerste kickflip die ik ooit zag.

Toen ik negen of tien was zag ik een skater in Den Bosch een kickflip doen. Hij kwam aangerold over een plein met zwart-witte tegels, we haalden nicht Martine op die daar aan dat plein zat. De jongen droeg baggy jeans, een zwart shirt, en hij deed een kickflip of het niets was. Ik wees ernaar in stilte. Kijk nou. Hoe cool hij was. Hoe werkte dat? Hoe moest dat? Kon dat? Dat kon kennelijk.

Op mijn veertiende kocht ik in Venlo in een échte skateshop een écht skateboard. Vanaf toen oefende ik elke dag, eigenlijk altijd de jongen die de kickflip in Den Bosch deed indachtig. Ollies in de winkel op de kokosharen-mat, ollies over het pak Dubbelfriss in de woonkamer als mijn ouders een avondje weg waren, kickflips op het tapijt in hunde slaapkamer, trips naar Antwerpen, dagelijkse trips naar het zwembad bij de Boulevard in Bergen op Zoom, dagelijkse trips naar het skatepark, tot het lukte, tot het niveau er kwam, en ook ik mijn eerste kickflip deed. Het onmogelijke was mogelijk geworden.

Ik bleef oefenen, tot ik soepel kickflips kon, shuvits, boardslides van rails, grinds op bankjes. Niks om echt over op te scheppen, maar respectabel genoeg om vrienden te maken op het skatepark. Op de toppen van mijn kunnen landde ik hardflips, 360 flips, big spin flips. Dat had me wel dusdanig flinke inspanningen gekost, dat het verschil met écht getalenteerde gasten er paradoxaal genoeg alleen maar groter van werd. Er was een jongen, Kevin, vier jaar jonger dan ik, die in de maand tijd sinds hij was begonnen met skaten mij eigenlijk al ver voorbij was gestreefd, ik, die er jaren voor had geoefend. Hij kon op de eerste dag dat hij ging skateboarden een kickflip. Het niveau waar ik jaren over had gedaan had hij met weken bereikt. Er zijn grenzen aan wat het lichaam, het zenuwstelsel aan kan. Je kan nóg zo graag iets willen op een skateboard, sommige dingen zul je nooit bereiken. Maar je blijft kijken.

Voor ik Kevin tegenkwam dacht ik nog weleens dat ik ooit echt goed zou worden in skaten, als ik maar vol zou blijven houden. De aanwezigheid van Kevin haalde me uit die illusie. Het niveau dat ik zag in skatevideo’s was iets wat simpelweg niet was weggelegd voor iemand met mijn aanleg.

Dit alles schrijf ik alleen maar om aan te geven dat op een bepaalde manier de kickflip van Milton Martinez in de bank van de Sunset Car Wash mij weer terugbracht naar het gevoel dat ik had voor ik überhaupt skatete. Is dit mogelijk? Kennelijk is het mogelijk.

En zo kom ik uit bij de man in het groene shirt.

Wie is die man in het groene shirt? Toevallige passant, die bij het oversteken van de straat opeens doorkrijgt dat er achter hem iets gebeurde. Hij kijkt om en ziet een truc die hij misschien niet eens helemaal begrijpt. Had hij iets door? Wat heeft hij te zeggen? Wat zou ik hem te zeggen hebben, als ik hem eindelijk zou aantreffen na een lange zoektocht? Waar leidt een zoektocht überhaupt toe?

Het is ergens een aantrekkelijk idee: de fascinatie zo ver laten opbouwen dat ik op zoek ga naar de man in het groene shirt. Maar hem zien te vinden en te spreken krijgen, zou inhouden dat er veel op touw zou moeten worden gezet. Een zoektocht die ik me eigenlijk moeilijk voor kan stellen, en die veel middelen zou vereisen. Een enorme tijdsinvestering.

Word je beter in zoeken? Kan je elke dag zoeken, alsof je een ollie oefent, of een kickflip, of een 360 flip?

Word je beter in zoeken als je je oproep de man in het groene shirt te willen vinden, verspreidt via Amerikaanse skatefora, via Amerikaanse skate-media? Zou je door het steeds opnieuw een beroep doen op de poëzie van de onderneming beter worden in het leggen van het accent op de poëzie van de onderneming?

Zouden de mensen achter online publicatie Jenkem, de mensen die ooit Werner Herzog lieten reageren op beelden van skaters, om hem te vragen wat voor muziek hij daaronder zou monteren, de zoektocht waarderen? Zouden ze je helpen bij het beter worden in zoeken? Ze hebben de monumentale skatepart Verso van Mark Suciu als een gedicht ontleed en geanalyseerd, ze hebben dat moderne gevoel voor liminaliteit, voor locatie, voor de verwondering die bij de huidige interesse voor geografie, voor psychogeografie, de heemkundige blik past.

Zou jeik, door Jenkem in te schakelen, en daarbij de juiste toon te weten te raken, de mensen die het lezen misschien kunnen meenemen in je fascinatie, in je zoektocht? Zou je een boel Amerikanen zo ver kunnen krijgen om na te denken over deze man, om rond te vragen, om je in contact te brengen met de crew die met Milton Martinez filmde, om te zien wat zij nog weten van de dag, hoe laat en waar het was?

Zou je met die gegevens nauwkeuriger kunnen zoeken naar de man in het groene shirt, zou je er skills aan overhouden, waardoor je weet welke bedrijven je in de buurt kunt contacteren om te zien of de man misschien een local is (al ziet hij er helaas ietwat toeristisch uit)? Zou iemand zich je zoektocht aantrekken om je bij te staan?

Misschien, maar vooralsnog ga ik daar niet achter komen, want Jenkem reageert niet op mijn berichten.

Ook op het skateforum Slap, waar je de hoogste concentratie skatenerds vindt, mensen die op een bepaalde manier het skaten proberen te intellectualiseren, kreeg ik de handen niet op elkaar voor het op touw zetten van een zoektocht naar de man in het groene shirt. “Wouldn’t that be doxxing?”, vroeg een van de admins van de site, waarna hij zijn vraag zelf beantwoordde, door mijn bericht te verwijderen. Hij vond het een vorm van doxxing. Ik was het daar niet mee eens, maar goed, ik was geen admin van het Slap-forum.

Als je jong bent, zie je dingen die onmogelijk lijken, en ga je ze alsnog proberen. Hoe ouder je wordt, hoe vaker de dingen die je probeert niet altijd lukken. Men heeft het over steeds beter falen, maar wat als je gewoon faalt? Wat als de dingen gewoon niet lukken. Ik ga geen kickflip in de bank landen van de Sunset Car Wash in Los Angeles. Ik ga hoogstwaarschijnlijk de man in het groene shirt niet vinden. Dit is nu eenmaal hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Ergens loopt die man rond, maar het ontbreekt mij aan de middelen, aan het zenuwstelsel, om die man te vinden. De werkelijkheid zit om een of andere reden zo in elkaar dat ik me gemakkelijk kan afvragen wie de man in het groene shirt is, dat ik me zelfs gemakkelijk kan voorstellen een kickflip in de bank van de Sunset Car Wash te doen, maar dat dat me in de werkelijkheid niet zal lukken.

En dit alles doet me denken aan het feit dat er geen partybus is van Athenaeum boekhandel, een partybus die door de stad rijdt en waar je shots kunt drinken terwijl je danst. Er is een Flügel-partybus, er is een Finch Discoteam Partybus, maar geen Athenaeum boekhandel partybus. Op sommige dagen maakt dit me gelukkig, op andere dagen maakt het me wanhopig.

Jan van Tienen publiceerde eerder op De Internet Gids over de herinnering aan Macaulay Culkin en de zoektocht naar de bedenker van de Dr. Oetker pizza Mozzarella. Ook schrijft hij voor De Speld en publiceerde hij bij plekken als Vice en De Correspondent (ooit). In zijn boek De verworvenheden, of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn (november 2023) is het verhaal over de mozzarella-pizza opgenomen.

Meer van deze auteur