Psychedelica - Archaic Revival

Verhaal / 11.04.23

Tripverslag

Esma Moukhtar

Degene die jij nu bent of denkt te zijn had zich nog niet eerder aan de werking van truffels of andere geestverruimende middelen blootgesteld en degene in jou die bang is voor de mogelijke effecten ervan overwoog thuis te blijven maar de ander wilde mee naar deze afgelegen boerderij om samen te reizen en nu het bijna zover is na meer dan twee uur rijden en twee uur voorbereiden en na een ademsessie die plaatsvond op naar beneden gesjouwde matrassen uit de slaapkamers voelt het alsof je een tussenlanding hebt gemaakt en nu pas echt gaat vertrekken maar waarheen?

/

Je medereizigers en tripsitters beweren dat je dit en dat kunt gaan ervaren, in meer of minder mate en voor iedereen weer anders. Dat het afhangt van hoeveel je neemt en of je je eraan overgeeft. Hoe je je bij aanvang voelt en wat degenen om je heen zullen doen. Je kunt je er geen en tegelijk alle voorstellingen van maken. Je kan van alles gaan waarnemen, je gevoel voor tijd en ruimte verliezen, jezelf tegenkomen (nog weer iemand anders in jou, nog onbewuster, nog dieper verscholen). Iemand in jou zou tot je kunnen spreken, jou kunnen laten zien en voelen wat je over het hoofd ziet. Wat maakt die jou wijs dat jij niet al wist of voelde? Volgt er een tête-à-tête tussen jouw bewustzijn en haar onderbewustzijn? En ben jij dan de derde of een van die twee? Wie gaat er uit en wat gaat er aan?

/

Degene die jij op dit moment nog bent, vraagt het zich allemaal af terwijl ze ondertussen de dingen verplaatst die ze om zich heen heeft verzameld. Een glas, een flesje, een trui, wat kristallen, een stenen ei, een notitieblokje en een zijden sjaal met afbeeldingen van planten en vogels heeft ze al enkele keren voor, achter en naast zich herschikt, om ze uiteindelijk links van haar gezicht te laten liggen. Ze pakt het blokje dat in je handpalm past, priegelt er iets in, legt het weer weg en trekt de muts van haar hoofd. Het is bloedheet geworden hier met die houtkachel zo groot als een kalf.

/

De sacramenten worden ingeleid en uitgedeeld. Een schaaltje krijg je, met een stickertje waar je naam op staat en daarachter ‘9 gram’. Meer durfde je niet aan voor een eerste keer, maar er kon binnen een uur nog wat bij. ‘Vijftien’ hadden de meer ervaren trippers gezegd, dat zou pas echt wat doen. En terwijl je langzaam kauwt doet de truffel je qua textuur denken aan oude nootjes, maar wat smaak betreft lijkt het nergens op. Aards, natuurlijk, hoe kan het anders, het komt uit de grond, is indringend. Mandarijnpartjes en blauwe bessen vangen het op.

/

Je maalt over je ‘intenties.’ Die hadden jullie vooraf uitgesproken. De een zocht nog iets bij zijn overleden moeder, de ander vroeg zich af welke kant het op moest met haar jonge leven, de volgende zou een verbroken relatie gaan onderzoeken. Jij had niet echt iets. De avond tevoren wel zitten worstelen met variaties op vragen die je de ander in jezelf al zo lang stelt maar je kreeg ze weer niet scherp, misschien waren het er te veel of zat de juiste er niet bij.

/

Je vroeg: de afstand die ik neem, komt deze voort uit het niet durven deel uitmaken van iets, of uit een me afgesloten voelen van mezelf waardoor ik niet beschikbaar ben? Je schrijft: is er misschien een heel reservoir aan dingen die ik kan opzoeken of toelaten, een potentieel dat me ontgaat? Kan het zijn dat ik er niet bij kan omdat er iemand in mij dwars ligt of het niet begrijpt? Eigenlijk vraag je: wat het ook is waar ik in zit, haal me daaruit of als er ergens iets tussen zit, haal het weg! Maar dat staat er niet.

/

Je hebt geen idee en je observeert degene die het ook niet weet en die blijft priegelen in het blokje dat ze bij zich houdt, voor het geval haar iets invalt. Iets waarmee ze die trip in kan gaan en waar ze naar terug kan keren. Steeds weer geherformuleerde vragen over wat ze dacht dat ze leren en durven moest, brengt ze terug tot: laat het maar komen.

/

Na ruim een half uur voel je dat er iets heel licht verandert, alsof je wat zwaarder wordt. Je lag naar het plafond te kijken, rolt op je zij voor een slok water, pakt het blokje weer en kijkt of je nog schrijven kunt. Het gaat, zij het wat zwenkend binnen het petieterige oppervlak. Je probeert nog iets toe te voegen aan dat vrijblijvende ‘laten komen’.
Om je heen zijn er al een paar vertrokken, meen je te horen aan hun ademhaling en aan hoe ze bewegen denk je het ook te zien. De almaar dansende handen van degene voor je, bijvoorbeeld, zij volgt haar handen nauwlettend, vermoed je, om te zien of die al beginnen te vervormen. Zolang je blijft registreren wat er gebeurt, houdt er iemand in jou de wacht.

/

Of je er nog wat truffel bij mag, vraag je, nu het eerste uur verstreken is, zoals was afgesproken, want op deze manier kom jij er niet of komt het niet naar jou. Er zijn er nog een paar die dit nodig hebben en opnieuw worden schaaltjes uitgedeeld.

Terwijl de anderen de kamer waar jullie liggen min of meer hebben verlaten en sommigen duidelijk al elders zijn beland, concentreer jij je op de vele lampen en lichtjes en wacht tot de extra grammen iets gaan doen. Een paar van de stenen liggen in je hand en je staart naar het ei op de sjaal met patronen voor je. Net als het licht vervormen ook die niet, je hoort wie waar is en verstaat woordelijk wat er wordt gezegd als er zacht wordt gepraat. Iets verderop klinkt het bezeten geluid van viltstift op papier en je komt weer overeind. Met lange halen en driftige bewegingen schrijft iemand en ze tekent – doppen gaan van en op de vele stiften in kleuren die alleen zij ziet.

/

Een van de twee tripsitters komt op je af en buigt zich naar je toe. Je zit daar maar om je heen te kijken en lief te lachen, zegt ze, maar ga jij nou eens even echt liggen joh en sluit je af met een oogmasker, wil je? Je doet wat ze zegt en dan pas dringt het tot je door dat je beter naar de muziek moet gaan luisteren. Je hebt die p l a y l i s t (voor dit, hier, vandaag) nota bene zelf gemaakt.

/

Je had rekening gehouden met de mogelijkheid van een bad trip en gehoopt op, nou ja, iets geestverruimends waar je op kon terugkijken, een verrijkende ervaring met misschien zelfs een keerpunt. Iets begrijpen wat je in beweging zou zetten, jezelf van buitenaf of binnenuit waarnemen of de werkelijkheid van onderaf – iets in die geest? Ergens een glimp van opvangen in elk geval en met dertien gram in je zal er toch wel wat gaan gebeuren?

/

Het voelt alsof iedereen al ergens is aangekomen en jij bent achtergebleven op het perron. Als iemand in jou zich schrap zet, kan de magie misschien niet doordringen tot je diepere lagen? En hoeveel psilocybine heb je nodig om die weerstand te breken?

/

Dat er niet zoveel lijkt te veranderen aan de staat waarin je doorgaans verkeert, had je niet zien aankomen, maar al die klanken die door de ruimte bewegen alsof ze overal zijn en bijna als entiteiten op zichzelf bestaan, dat is al iets. De stemmen in dat ene stuk muziek dat je dacht te kennen, zweven als nieuw langs de houten balken boven je en je anders zo gespannen spieren zinken weg in het matras. Je beseft dat je nu al een paar uur kalm en haast gedachteloos op je rug ligt en wanneer je grootste zorg en demon toch opduikt, kun je haar wegwuiven. Nu even niet, mam. En ja, nu je je ogen gesloten houdt, zie je toch echt patronen die door de muziek worden voortgebracht. Bij elk stuk een andere animatie.

/

Links van je begint er iemand te huilen. Het woord ‘onbedaarlijk’ komt in je op. En rechts haakt de volgende in, die uitvoerig getroost wordt door de tripsitter die ook haar geliefde is. Aan de overkant van de kamer en in de andere hoek volgen er meer. Jij niet, want, denk je, ik word niet getroost. Dit schrijf je op, om er aan toe te voegen dat het een rare redenering is en een misvatting.

Als je eenmaal buiten het veld inloopt zie je vanuit de donkere verte iemand op je afkomen die jou haar telefoon plus koptelefoon aanbiedt met ‘luister naar iets’ en je weet meteen wat je horen wilt en zo sta je even later uitkijkend op een nauwelijks te onderscheiden horizon jankend het Kyrie van de Missa Canonica mee te zingen voor zover dat gaat en de dimensie die deze stemmen oproepen was in de uren daarvoor zo afwezig of ver weg dat de werkelijkheid waar ik nu naar terugkeer me totaal overrompelt.

Esma Moukhtar studeerde filosofie aan de UvA, publiceerde in en werkte voor diverse bladen en redacties. Ze gaf o.a. les aan de Gerrit Rietveld Academie, is docent theorie, onderzoek en schrijven bij de Willem de Kooning Academie, en was tot 2020 verbonden aan Perdu als redacteur voor de literaire Avonden-programmering. Daarnaast werkt ze aan een roman.

Meer van deze auteur