Nieuw Babylon

/ 18.04.21

En op een nacht vonden we de beschilderde koe

Joost Oomen

en op een nacht
toen we door de donkere stad slopen
vonden we de beschilderde koe in het veld
niet dood maar springlevend, ademende vacht
en alles, longen propvol stomendhete lucht met
de geur van lavendel en autoband om haar heen
goed in het vet, maar tegelijk atletisch
zoals je dat alleen tegenkomt bij dieren die
zowel de Alpen als het Empire State Building
hebben gezien
en

op haar korte vacht geschilderd in
rood en geel en roze en paars allereerst
een heel gezonde zonsopgang
wakker (worden!) en ochtend dus
een zwarte haan in silhouet als
een Frans kaasetiket, maar dan
duizendmaal preciezer elk oliegroen
en parketbruin veertje
een messcherpe schaduw
die kuuk zegt
en

onder die klimzon verschillende
koppeltjes en drietallen en zelfs
een gezelschap van acht picknickend op het grote gras
met etenswaren uitgestald
op Midden-Amerikaanse kleedjes
geknoopt van okergele wol
lachend, elkaar in de ogen starend, hand
op hand leggend en achteroverliggend
op zacht tapijt vol madeliefjes

tussen bomen die bij
nader inzien giraffenbenen blijken
van verlegen, loomkauwende antenne-dieren
stuk voor stuk verliefd op rozenstruik of honingdrop
hun zwarte ogen knipperend als smalle boekwinkels
die in de Tsjechisch-Slowaakse hoofdstad
louter dunne kookboekjes verkopen met drie of vier recepten erin voor
zachte, wolkachtige, maar diep diep naar kardemom smakende
rijstepap
en

gezeten aan die kleedjes
alles van mannen tot vrouwen en
van tussenin tot buitenom
naakt en lachend dus en
van top tot teen beschilderd met rode as
en chocopasta, blauwe klei en glitter
een Amerikaanse policiticus die
ingewikkelde krullen in zijn
stugge schaamhaar draait
een nertsenknuffelfokker op de rand van haar navelnirvana
een handelaar in schemerlampen met brede, gouden schouders
een springruiter met braam- en vlakleurige dubbelcape
een tweetal dat een handboek over succesvol zweefvliegen schreef
maar nu koert en koert en koert en
allemaal op de huid van de koe en
op die kleedjes
zilveren schaaltjes vol dumplings
(gevonden achter een paardenbloem
verstopt door een lachend jongetje)
en hardplastic, doorzichtig oranje, campingwijnglazen
in de vorm van echte wijnglazen
overlopend van kersensap waardoor
iedereen langzaam in slaap valt

het kersensap is op de koe gaan rijpen
zit propvol alcohol nu
en
de mensen op de picknick
de mensen tussen de giraffenbenen
de picknick op de koe
de koe
doet haar ogen dicht
op hetzelfde moment
gaat
het licht uit in de
toch al zo donkere stad
je kunt geen hand voor ogen zien
alle hoogbouw is verdwenen
je kunt je hand uitstrekken en een vacht voelen

Joost Oomen (1990) is dichter, schrijver, drummer en performer. Hij publiceerde de bundels Vliegenierswonden en De stort, de novelle De zon als hij valt, de vinylsingles Joost Oomen en Vruchtjes Eten en de roman Het Perenlied. Oomen trad op van Pisa tot Ter Apel, van Viseu tot Vlieland en van de kerk tot het kippenhok. Werk van Joost verschijnt bij Uitgeverij Querido. De Volkskrant riep hem uit tot het literaire talent van 2021.

Meer van deze auteur