Redactioneel / 15.12.22
Sporen Wortels Velden

Dossier
Wortels Sporen Velden
Poëzie / 11.06.25
koraal; nogmaals koraal
Vertaling van de gedichten coral en coral, again van Juliana Spahr, uit de bundel Ars Poeticas (Wesleyan University Press, 2025)
koraal
De Koude Oorlog leek maar niet
ten einde te komen en ik dacht:
‘waarom zou je poëzie schrijven; waarom niet
iets nuttigs?’
Inger Christensen
Poëzie schrijven na Castle Bravo.
En dan poëzie schrijven na 1500 voet.
Na zeer hoogwaardige staalframebouw,
niet geheel ingestort, wel zijn
alle platen en daken naar binnen geblazen.
Na 2000 voet.
Na gebouwen van gewapend beton, ingestort
of nog steeds overeind, maar zwaar beschadigd.
Na 3500 voet.
Na volledig verwoeste kerkgebouwen.
Na bakstenen muren met diepe scheuren.
Na 4400 voet.
Na 5300 voet.
Na dakpannen, gebobbeld en gesmolten.
Na 6500 voet.
Na massale vervorming van grote stalen gebouwen.
De Koude Oorlog en duiven schrijven.
De Koude Oorlog en lintwormen.
De Koude Oorlog en zeilen van schepen.
De Koude Oorlog en het staal van bruggen.
Om poëzie te schrijven na dat alles.
Schrijven in een wereld met weinig voedingsstoffen,
een schommelende.
Hetzelfde begin in de zee als op het land.
Poëzie schrijven met weet van een hard, bekervormig skelet.
En dan poëzie die de lange, stekende
tentakels kent die vangen.
Met weet van het water.
De Atlantische Oceaan, de Stille.
De verbanden daartussen.
Hoe de ene overgaat in de andere.
Poëzie aanmaken in de maag,
die dan naar buiten komt door de mond
die de anus is.
Poëzie schrijven in het blauw,
dat de afwezigheid is van groen.
Doordringing van licht.
Wervelingen van tentakels.
En ook de slijm-aarde.
Jagers en boeren.
Ondiep water.
Weinig voedingsstoffen.
Hoge vruchtbaarheid.
Snelle groei.
Veelarmige morfologie en buisvoetjes.
Buisvoetjes schrijven.
De exacte plek schrijven.
Zeewaartse hellingplek.
Zandbankplek.
Algenrichelplek.
Koraal-algenzoneplek.
Zeewaartse rifplatplek.
Eilandje of intereilandelijke rifkamplek.
Lagune-rifplatplek.
Lagune-zandbankplek.
Lagunebodem- of bekkenplek.
Koraalheuvels, spitsriffen en verspreide riffenplek.
Poëzie schrijven na.
nogmaals koraal
En de grote, lange golven stormen op
door de openingen in het rif
en breken op de buitenste riffen.
Daar wordt een zeeschuim gemaakt
door de sterke hydrodynamische krachten.
Een soort getuige van de getijden, de branding,
deze machtige en onstuimige stromen en draaikolken
om de flanken van het rif.
Onder de witheid
laat het koraal op de ondiepe bodem
zijn cellen rusten in het gespikkelde licht.
Alsook de eencellige algen.
Twee vormen van energie en opslag zijn het,
als een minnaar en een geliefde in een lied.
Als de golven klein zijn is er zonlicht
en dus is de holobiont blij; hij groeit.
Als het water troebel is en het licht beperkt,
dan eten de koralen de algen.
Ook dat is een vorm van blij.
Met eten bedoel ik dat de algen
in de spijsverteringsholte van het koraal leven.
Met blij bedoel ik het geven en nemen van
vitaminen, sporen, voedingsstoffen, koolstofdioxide,
dat moet worden begrepen als de oervorm van liefde.
Wat hier te leren valt is in of op elkaar te leven,
teneinde te bouwen, te behouden en te verdedigen.
Daar zou je een politiek van kunnen maken.
Dat is wat de verdwaasde Ovidius deed:
koraal voor steen aanzien,
zonder begrip van het leven ervan.
In zijn verhaal was het Perseus die het schiep,
toen hij Medusa’s hoofd in de planten nestelde
die hij onderwater gevonden had.
Dit gebeurde gelijk nadat hij het zeemonster velde,
met het doel Andromeda voor zich te winnen.
Andromeda: ook zij was een ander verhaal,
iets wat hij onmogelijk herkennen kon.
Want zij wordt door zeeschuim omspoeld, aldus de Loeb.
Oftewel: zij behoorde tot een rijk tussen de getijden,
van de algen, de koralen.
En dan komt Perseus en haalt haar daar weg.
Wat volgt zou de eerste verbeelding zijn
van een man die op een toneel
verliefd wordt op een vrouw.
Niemand heeft het ooit over
Andromeda die verliefd wordt.
En waarom zouden ze ook?
Andromeda lijkt nogal goed te weten
dat haar keuzes beperkt zijn: of slaaf, of vrouw, of dienares.
Zit hier niet alles al in, in dit verhaal dat steeds weer opnieuw verteld wordt?
Is dit niet alles wat we moeten weten over hoe moeilijk
het voor ons is om vooruit te komen?
Maar ook alle wegen die er mogelijk wel zijn?
Onder het schuim is alle symbiose
die een Bakoeninist zich maar kan wensen.
Of een dichter; alle metaforen die een dichter zich maar wensen kan.
Alle mogelijkheden om je overleven voor te stellen
als leven in of op elkaar,
in de koraalrijke zone tussen getijden
van Andromeda,
met vissen die daar blikkeren en verdwijnen,
en grote, lange golven die opstormen
door de openingen in het rif
en op de buitenste riffen breken waar
een zeeschuim wordt gemaakt
door sterke hydrodynamische krachten.
En ook daar: een getuige.
Getijdenstromen, branding, rifflanken.
Redactioneel / 15.12.22
Dossier
Wortels Sporen Velden
Poëzie / 11.06.25
Dossier
Wortels Sporen Velden
Essay / 19.09.24
Dossier
Wortels Sporen Velden
Beeld & Poëzie / 30.06.23
Dossier
Wortels Sporen Velden
Poëzie / 15.10.22
Dossier
Wortels Sporen Velden
Verhaal / 26.04.24
Dossier
Wortels Sporen Velden
Beeld & Poëzie / 01.06.23
Dossier
Wortels Sporen Velden
Beeld & Poëzie / 31.08.24
Dossier
Wortels Sporen Velden
Memoir / 21.02.24
Dossier
Wortels Sporen Velden
Poëzie (& ingesproken) / 12.12.22
Dossier
Wortels Sporen Velden
Verhaal / 04.06.23
Dossier
Wortels Sporen Velden
Essay / 15.12.22
Dossier
Wortels Sporen Velden
Beeldessay / 15.12.22
Dossier
Wortels Sporen Velden
Poëzie / 15.12.22
Dossier
Wortels Sporen Velden