Blauwen

Beeld & Poëzie / 17.11.25

choreografie van water

Lena Claessen

Blauwdruk van handen, Lena Claessen


choreografie van water

I

tot voor kort dacht ik dat er nooit meer blauw
of iets als blauw zou komen
ik heb vijf jaar niet gezwommen
ken het verschil tussen golf en schok

hoe het een uit het autoraam op de snelweg
het ander mijn handen naar de zon opheft
het drogen versnelt, hoe snel zoiets kan gaan

om te wennen aan de beweging
sla ik elke ochtend mijn armen als wieken
van een windmolen langs mijn oren, spring ik
over de slagschaduw heen

II

schrik ik wakker omdat ik achterover val
in een zwembad van blauw beton

uit het badkamerkastje haal ik een erlenmeyer
met chloor, druppel de vloeistof
op beide polsen, wrijf het in mijn nek

kijk: het plotse breken van het glas
ontvouwen van een heel oud beeld

het huis is bedekt met een centimeter water
als ik terug naar bed loop worden mijn sokken nat

III

zie ik op een van rineke dijkstra’s beach portraits
een meisje zichzelf verdubbelen

na het woord was er een badpak
toen het water
toen een natte pluk haar vertakt op hun wang

hoelang de meisjes hier al staan is onduidelijk
hoofden als leibomen die naar elkaar toe kruipen
wervels spandraad om scheefgroei te beperken
zeewater verdampt op hun oogleden

telkens als de synchroonzwemmers achter hun huid
vandaan komen om adem te halen
schieten er luchtwortels uit hun heupen, handen

IV

in de grafische semantische weergave
van het werkwoord zwemmen
zijn drijven, baden, zwelgen en zweven verbonden

een stempel op de strippenkaart
het diepe binnenbad is een gietmal
waarin bezoekers per ongeluk blijken te passen

ik keil een vijftigcentmunt over de middelste baan
krul mijn tenen om de kant, reik mijn armen omhoog
tot mijn ellebogen kraken, wie komt de kralen rijgen

noem me een handboog op lichaamstemperatuur
de pijl schiet op zijn doel af

tussen twee trillingen op het wateroppervlak
gevleugeld, licht en van licht, zwem ik
deze verstrooide ledematen




Lena Claessen (2004) schrijft poëzie, brieven en andere teksten. Ze studeert Nederlandse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Eerdere teksten verschenen bij Vuurland, Notulen van het Onzichtbare, Op Ruwe Planken en Kluger Hans

Meer van deze auteur